1. Planten nemen
nitraat (stikstofrijke stof) op uit de bodem
2. Dieren eten de planten en krijgen zo de eiwitten binnen. Dieren eten ook weer elkaar en geven de N door via de dierlijke eiwitten.
3. Dode resten en ontlasting (beide eiwitrijk)
4. Bacteriën zetten dit om in nitraat.
5. De N uit nitraat wordt weer door planten gebruikt voor de groei (eiwitten voor nodig)