Klas 1MHb - 31-3-2025 - LV §4 tekstdoelen en tekstsoorten

• Nederlands
• Middelbare school
• mavo
• Leerjaar 1

Welkom bij Nederlands

Todo:

• liggen de spullen die je nodig hebt op tafel?
  

Op tafel heb je liggen:

• lesboek
  
• schrift
  
• pen

Wat gaan we deze les doen

• Pitch
• Uitleg Meer dan lezen §4 - Tekstdoelen en tekstsoorten (blz. 26-30).
• Huiswerk maken

       

Na het maken van §4 (blz. 26) kan/weet ik:

• het verschil herkennen tussen activerende, amuserende, informerende, instruerende en overtuigende teksten.
• schrijven en spreken met een herkenbaar doel.

Doel

Pitch

Jamilla

Varvara

Nyrah

Aantekeningen LV §3 - tekstdoelen en tekstsoorten

tekstdoel	de schrijver wil	voorbeelden tekstsoorten
amuseren	dat je je vermaakt	verhaal, mop, strip
informeren	dat je iets te weten komt	artikel, studieboek, verslag
instrueren	dat je leert hoe iets moet	bijsluiter medicijnen, spelregels, kookboek
overtuigen	dat je zijn mening overneemt	betoog, recensie, ingezonden brief
activeren	dat je iets wel of niet gaat doen	advertentie, flyer, advies

Zo vind je het tekstdoel

Bedenk wat het belangrijkste is wat de schrijver met de tekst wil bereiken.

Met welk tekstsoort heb je te maken?

Opdracht 1 (blz. 26) maken we samen.

a. bijsluiter van een medicijn
b. journaaluitzending
c. handleiding bij Google Assistant
d. reclame voor legpuzzels

amuseren

informeren

instrueren

overtuigen

activeren

Wat:

Maak opdracht 2 af (v.a. blz. 26)

Hoe:

Je mag samenwerken met je buurman of buurvrouw als je naast  iemand zit. 

Klaar:

Ga verder met opdrachten 1 en 3.

Hulp nodig?

Kijk naar het stoplicht

rood: stil! 

Vraag het de docent als

je het echt niet meer weet.

geel: fluisterniveau 

Voor deze opdracht overleg je zachtjes met je buurman of buurvrouw.

groen:  fluisterniveau 

Kom je er zelf echt niet uit overleg dan met je buurman/buurvrouw of vraag het de docent .

Aan het werk!

Na het maken van §4 (blz. 26) kan/weet ik:

• het verschil herkennen tussen activerende, amuserende, informerende, instruerende en overtuigende teksten.
  
• schrijven en spreken met een herkenbaar doel.

Doel

Huiswerk

Donderdag 3 april

Maken:

LV §4 (v.a. blz. 26): opdrachten 1 t/m 3.