les 3,3-start rekenen

• Scheikunde
• Middelbare school
• havo, vwo
• Leerjaar 3

Ik heb het huiswerk in magister voor vandaag gezien

1. ja
2. nee

Ik heb het filmpje ter voorbereiden bekeken

1. ja
2. nee

.

.

Wat is de massa aan kaasplakjes?

1. ?
2. 245
3. 80
4. 220

.

Wet van lavoisier. 

Massa vergaat niet.

Wat is de massa aan driehoekjes?

1. ?
2. 1,89
3. 11,05
4. 35,85

Als er 11 gram is aan vierkantjes en 31,80 gram driehoekjes wat is dan de massa rondjes?

bij 25 gram aan vierkantjes is er hoeveel gram aan rondjes nodig

1. 47,7
2. 12,6
3. 13,2
4. 47,3

                                    wordt gegeven

Natrium : chloor
23 : 35,45
Er is 10 gram natrium, hoeveel chloor nodig?

10             :     x

10  :   23   x   35,45  = 15,4 gram

                                    wordt gegeven

10 gram natrium en 15,4 gram chloor geeft hoeveel gram keukenzout ?

voor 10 gram natrium is dus 15,4 gram chloor nodig

voor 10 gram natrium is dus 15,4 gram chloor nodig

Koolstof (s) + zuurstof (g)
12,0 : 32,0
Er is 15,2 gram koolstof hoeveel zuurstof nodig om alles om te zetten?

1. ?
2. 1,27
3. 5,7
4. 40,5

Nu aan de slag met: opgaven t/m 27 af

telefoon van tafel. 

boek + schrift op tafel 

Een molecuul is opgebouwd uit?

1. Stof
2. Deeltjes
3. Atomen
4. Moleculen

Element of verbinding?

1. Element
2. Verbinding

Zie je een
element of een verbinding?

1. Element
2. Verbinding

molecuul en/of verbinding

1. molecuul
2. verbinding
3. Beiden

Hoeveel atomen waterstof?
(wit)