Boekvergelijking

Boekenstrijd
Opbouw
- Tekst van vier alinea’s
Inhoud
- 1 van de 2 boeken prijs je aan of raad je af voor:
- De doelgroep: leerlingen uit 4 havo die nog een boek moeten kiezen

1 / 27
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

This lesson contains 27 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

Boekenstrijd
Opbouw
- Tekst van vier alinea’s
Inhoud
- 1 van de 2 boeken prijs je aan of raad je af voor:
- De doelgroep: leerlingen uit 4 havo die nog een boek moeten kiezen

Slide 1 - Slide

Voorbereiding

Neem de boeken mee naar de toets
Schrijven op je laptop (voldoende opgeladen!)
Slim om een schrijfplan in te vullen 
(je krijgt een leeg plan op de toets)

Slide 2 - Slide

Betoog



Opbouw: 4 alinea's 
  • Inleiding
  • Kern (2 alinea's)
  • Conclusie



                          
                      

Welk boek prijs je je klasgenoten aan of raad je af?
Schrijfvaardigheidsopdracht 
 waarbij je jouw twee boeken beoordeelt en vergelijkt. 

Slide 3 - Slide

Inleiding
Aandacht trekken bijvoorbeeld met een vraag , vergelijking of citaat
  • Aandacht trekken - Bijv. een vraag , vergelijking of citaat
  • Kort maar krachtig Welke twee boeken
  • Inhoud - Geef in paar zinnen aan waar de boeken over gaan
  • Je eindigt de inleiding met Welk boek raad je aan/af 
  •                              
INLEIDING

Slide 4 - Slide

TIPS
1. Houd je eerste zin kort
2. Zeg iets ongewoons/ opvallends
3. Niet de titel (letterlijk) herhalen
4. Houd de inleiding kort
5. Maak het persoonlijk/ maak nieuwsgierig.
 bijv. met het woord "jij"  ("Vind jij het ook zo...")

Denk– als je de inleiding schrijft – wat jouzelf aan het lezen zou zetten. 

Dus waarschijnlijk geen lange woordenbrij?

Slide 5 - Slide

Welke twee boeken heb je gelezen?
timer
1:00

Slide 6 - Open question

Middenstuk
       TWEE alinea's
  •   - Begin beide met een  KERNZIN >> welk literair aspect ga je               behandelen
  •   - In welk boek komt dit aspect best naar voren
  •   - Onderbouw je MENING door over beide boeken iets te zeggen 
Bespreek niet alleen wat er letterlijk gebeurt in de boeken, maar ga in op de diepere betekenissen die jij eruit hebt gehaald. Interpreteer!

Slide 7 - Slide

In de 2 alinea’s in het middenstuk kies je twee literaire aspecten


1. Behandeling van het thema
2. Invloed van de setting (tijd en ruimte) op het verhaal
3. Open plekken in het verhaal
4. Beschrijving en/of ontwikkeling van de personages
5. Tijd en volgorde van de gebeurtenissen
6. Motieven in het verhaal
7. Vertelinstantie/perspectief
8. Verhaallijnen

Op de toets krijg je drie aspecten voorgelegd waar je er TWEE van uitkiest. 
Deze aspecten kun je krijgen:

Slide 8 - Slide

Noem een thema dat in beide boeken voorkomt

Slide 9 - Open question

Als 
je
wilt
oefenen

Slide 10 - Slide

1- Noem een THEMA van je aanrader
2- Noem een THEMA van je afrader



timer
1:30

Slide 11 - Open question

Wat is het thema?

Slide 12 - Slide

setting:
In welke tijd en ruimte speelt het verhaal zich af?

Slide 13 - Open question

setting:
Wat is de invloed van deze setting op het verhaal?
Versterken of contrasteren?

Slide 14 - Open question

Welke open plekken creëert de schrijver
van je aanrader?
(welke vraag riep het op?)

timer
3:00

Slide 15 - Open question


Zijn er open plekken aan het eind niet ingevuld?
- een open of gesloten einde? -



Slide 16 - Open question

Slide 17 - Slide

tot donderdag

Slide 18 - Slide

Hoe wordt verteld (tijd)?
In welke volgorde worden de gebeurtenissen verteld?
Chronologisch of niet?

Slide 19 - Open question

Hoe wordt verteld ?
Welke motieven (patronen die terugkomen)
herken je in het verhaal?

Slide 20 - Open question

Personages:
Wat was het doel van de hoofdpersoon?
(overleven, ontsnappen, liefde terugwinnen...)
timer
2:00

Slide 21 - Open question

Wie vertelt het verhaal (perspectief) ?
Wie/wat is de vertelinstantie?
timer
1:00

Slide 22 - Open question

Slide 23 - Slide

Wie vertelt:
Is de vertelinstantie betrouwbaar?
Waarom wel/niet?
timer
2:00

Slide 24 - Open question

Wat wil de schrijver nou zeggen met dit verhaal?

Kijk voor hints naar de antwoorden ook nog eens goed naar de titel en/of de ondertitel en een eventueel motto!

Slide 25 - Open question

Volgende les:
De vragen die we net behandeld hebben mag je opzoeken
met boeken bij de hand
Kijken we nog een keer naar de Rubric en de Opdracht

Slide 26 - Open question

Boekenstrijd
Zorg dat je de antwoorden bij de verschillende vragen ook kan illustreren aan de hand van voorbeelden uit je boek

Neem je boeken  mee naar de toets

Had ik al gezegd:  NEEM JE BOEKEN MEE NAAR DE TOETS

Slide 27 - Slide