GS 4 nabeschouwing
Waar opereerde de WIC?
A
Azië
B
Europa en Afrika
C
Afrika en Azië
D
Azië en Amerika
1 / 23
Items in this lesson
Waar opereerde de WIC?
A
Azië
B
Europa en Afrika
C
Afrika en Azië
D
Azië en Amerika
Slide 1 - Quiz
Waar staat de afkorting VOC voor?
A
Verenigde Oost-Indische Compagnie
B
Vereniging van Oostelijke Compagnieën
C
Verenigd Oostelijk Collectief
D
Volkomen Oostelijke Compagnie
Slide 2 - Quiz
Wat was zo bijzonder aan de WIC en de VOC?
A
Hoe groot deze bedrijven waren
B
Het waren de eerste bedrijven bestaande uit aandelen
C
Ze waren de eersten die overzees handelden
D
De rijkdom die ze Nederland opleverden
Slide 3 - Quiz
Waar specialiseerde de VOC zich in?
A
Peper, zout en goud
B
Thee, kruiden, peper, specerijen, porselein
C
Porselein, goud en peper
D
Thee, slaven, tabak en kruiden
Slide 4 - Quiz
Waar specialiseerde de WIC zich in?
A
Slaven, Tabak en Goud
B
Thee, kruiden, peper, en porselein
C
Goud, zilver en tabak
D
Thee, slaven, tabak en kruiden
Slide 5 - Quiz
Slide 6 - Video
Hoe heet het Nederlands fort waar de slaven naar toe worden gebracht?
En wat wordt er daar met ze gedaan?
En wat wordt er daar met ze gedaan?
Slide 7 - Open question
Hoeveel slaven kunnen er in een boot?
A
100
B
300
C
450
D
50
Slide 8 - Quiz
Wat is vrijheid voor jou?
Slide 9 - Mind map
Welke mensen zorgen voor het ´witte goud' op de suikerplantages?
Slide 10 - Open question
De slavernij duurde zo’n tweehonderd jaar. Wat vind jij: moet de afschaffing van slavernij elk jaar herdacht worden?
Ja
Nee
Weet ik niet
Slide 11 - Poll
Slide 12 - Video
Heb je zelf wel eens racisme meegemaakt? Of ben je wel eens gediscrimineerd om je uiterlijk?
Slide 13 - Open question
Zoek een foto van Piet Hein en/of de Zilvervloot
Slide 14 - Open question
Leg in eigen woorden uit wat de WIC doet
Slide 15 - Open question
Uit welke drie landen bestaat de driehoekshandel?
A
Europa - Afrika - Azië
B
Nederland - Afrika - Amerika
C
Europa - Afrika - Amerika
D
Azië - Nederland - Afrika
Slide 16 - Quiz
0
Slide 17 - Video
Waarom deden de Nederlanders aan slavenhandel?
Slide 18 - Open question
WIC is opgericht in
A
1702
B
1602
C
1721
D
1621
Slide 19 - Quiz
Waar staat (WIC) voor?
A
Wereldwijde champagne
B
West-Indische Compagnie
C
Westindischecompagne
D
West Indische WC
Slide 20 - Quiz
De trans-Atlantische slavenhandel was onderdeel van de
A
VOC
B
Handelskapitalisme
C
Driehoekshandel
D
WIC
Slide 21 - Quiz
Welke producten verhandelde de WIC?
A
Slaven
B
Wijn
C
Specerijen
D
Graan
Slide 22 - Quiz
Wat is het grootste verschil tussen de VOC en de WIC?
A
De WIC deed aan slavenhandel
B
De VOC deed aan kaapvaart
C
De WIC ging richting het Oosten
D
De VOC werd later opgericht dan de WIC
