This lesson contains 24 slides, with interactive quizzes and text slides.
(Much / Many)
a lot of / lots of
little / a little
few / a few
a lot of, lots of betekenen "veel".
A lot of / Lots of students like to go shopping.
He has got a lot of / lots of money
(a) little bij zelfstandig naamwoorden die je niet kunt tellen.
There is little room left in my wardrobe.
a little = een beetje
little = weinig
(a) few bij zelfstandige naamwoorden die telbaar zijn.
a few = een paar
few = weinig
There are a few cats in my living room.
There are few cats in my neighborhood.
What is the difference?
Je kunt aan het woord zien of het ev of mv is > telbaarJe kunt dit niet zien > niet telbaar
money sisters