This lesson contains 23 slides, with interactive quizzes and text slides.
Lesson duration is: 20 min
Items in this lesson
Herhaling Marketing
20 vragen
tot en met examenterm 3.4
Slide 1 - Slide
1.1 Pinkcube bekijkt de verkoopdata en het klantgedrag op de website om inzicht te krijgen in hun marktpositie.
Om welk onderdeel van het marketingproces gaat het hier?
A
Analyse
B
Strategie
C
Plannen maken
D
Uitvoeren/
implementeren
Slide 2 - Quiz
1.2 Een bedrijf besluit om een nieuwe productlijn te introduceren om zich te onderscheiden van de concurrentie.
Van welk planningsniveau is hier sprake?
A
Operationeel
B
Tactisch
C
Strategisch
D
Geen van allen
Slide 3 - Quiz
1.3 Veranderingen zoals meer werkloosheid kunnen van invloed zijn op sponsorcontracten, ticketverkoop en andere inkomstenbronnen van De Graafschap.
In welk onderdeel van de SWOT valt dit?
A
Sterkte
B
Zwakte
C
Kans
D
Bedreiging
Slide 4 - Quiz
1.4 In de Achterhoek verandert de gezinssamenstelling de afgelopen jaren. Er zijn meer samengestelde en één-ouder gezinnen en alleenstaanden.
Onder welk onderdeel van de DESTEP-analyse valt dit?
A
Ecologisch
B
Demografisch
C
Politiek-Juridisch
D
Economisch
Slide 5 - Quiz
1.5 Welke fase volgt in het aankoopbeslissingsproces na de fase 'feitelijk aankoop'?
A
Behoefteherkenning
B
Informatie verzamelen
C
Evaluatie van de alternatieven
D
Evaluatie van het gebruik
Slide 6 - Quiz
1.6 Welke fase ontbreekt hier in de online marketingfunnel: bezoeken, beslissen, bestellen, betalen, binden?
A
Informatie verzamelen
B
Evalueren
C
Boeien
D
Producten vergelijken
Slide 7 - Quiz
2.1 Wat is een persoonlijke factor die van invloed is op het koopgedrag?
A
Sociale invloeden
B
Normen en waarden
C
Leeftijd en levensfase
D
Groepsdruk
Slide 8 - Quiz
2.2 De atletiekvereniging deelt flyers uit aan 55-plussers om deelnemers te werven voor een nieuwe wandelgroep.
Van welk segmentatiecriterium is hier sprake?
A
Geografisch
B
Demografisch
C
Psychografisch
D
Socio-economisch
Slide 9 - Quiz
2.3 Een deurenfabrikant adverteert en promoot het nieuwste assortiment deuren aan haar dealers.
Van welke vorm van marketing is hier sprake?
A
Business-to-business
B
Consumer-to-consumer
C
Business-to-consumer
D
Consumer-to-business
Slide 10 - Quiz
2.4 Emotie speelt een rol, het koopproces is kort en direct en meestal wordt voor kleinere bedragen gekocht. Is hier sprake van een B-t-C of B-t-B markt?
A
B-t-C
B
B-t-B
Slide 11 - Quiz
2.5 Een bedrijf past haar marketingmix aan en verlaagt de prijs van haar producten. Het bedrijf verandert niets aan het product en richt zich op dezelfde markt.
Van welke groeistrategie van Ansoff is hier sprake?
A
Productontwikkeling
B
Marktontwikkeling
C
Diversificatie
D
Marktpenetratie
Slide 12 - Quiz
2.6 Je kijkt naar het marktaandeel ten opzichte van de grootste concurrent. Ook kijk je naar de mogelijke marktgroei. Welke model gebruik je hiervoor?
A
BCG-matrix
B
SWOT-analyse
C
DESTEP-analyse
D
Positioneringsmatrix
Slide 13 - Quiz
2.7 Je kijkt hoe jouw organisatie zich onderscheid van de concurrentie. Je bekijkt de unieke positie in de markt en of deze aansluit bij je doelgroep. Welk model gebruik je hiervoor?
A
BCG-matrix
B
SWOT-analyse
C
DESTEP-analyse
D
Positioneringsmatrix
Slide 14 - Quiz
2.8 De klant koopt gezonde kwark omdat hij zich hierdoor fitter voelt en wilt afvallen.
Is hier sprake van een Unique Selling Point (USP) of een Unique Buyer Reason (USB)?
A
USP
B
USB
Slide 15 - Quiz
2.8 Je promoot jouw kledingassortiment via een brochure per post en geadresseerd op naam.
Welk marketingcommunicatie-instrument wordt hier gebruikt?
A
Reclame
B
Public Relations
C
Sponsoring
D
Direct Marketing
Slide 16 - Quiz
2.10 Coolblue wil marktleider blijven op het gebied van elektronica. Is hier sprake van een ondernemings-, marketing-, of communicatiedoelstelling?
A
Ondernemersdoelstelling
B
Marketingdoelstelling
C
Communicatiedoelstelling
D
Geen van allen
Slide 17 - Quiz
3.1 Het concert van Pink is binnen 10 minuten volledig uitverkocht. Is hier sprake van een kopersmarkt of een verkopersmarkt?
A
Kopersmarkt
B
Verkopersmarkt
Slide 18 - Quiz
3.1 De markt heeft een paar aanbieders die enige controle hebben over de prijs.
Van welke marktvorm is hier sprake?
A
Oligopolie
B
Monopolie
C
Monopolistische concurrentie
D
Volledige mededinging
Slide 19 - Quiz
3.2 Een bedrijf maakt het product van de concurrent na waardoor ze weinig kosten hebben en weinig risico nemen.
Van welke concurrentiepositie is hier sprake?
A
Marktleider
B
Marktnicher
C
Marktvolger
D
Marktuitdager
Slide 20 - Quiz
3.3 Een student twijfelt of hij een auto koopt of toch met het openbaar vervoer naar school blijft gaan.
Van welke concurrentiepositie is hier sprake?
A
Generieke concurrentie
B
Productvormconcurrent
C
Merkconcurrentie
D
Behoeftenconcurrentie
Slide 21 - Quiz
3.4 P&G heeft verschillende merken voor verschillende doelgroepen zoals Pampers voor baby's en shampoo voor vrouwen. Van welke vorm van segmentatie is hier sprake?