H1/2 les 18-9 Afsluiten H1, Grieken

Wat gaan we deze les doen?

Beginnen met H2
Herhalen H1
Opdrachten oefenen H1
1 / 26
next
Slide 1: Slide
GeschiedenisMiddelbare schoolvwoLeerjaar 4

This lesson contains 26 slides, with interactive quiz and text slides.

Items in this lesson

Wat gaan we deze les doen?

Beginnen met H2
Herhalen H1
Opdrachten oefenen H1

Slide 1 - Slide

Feedbacktoets
Leren 10 tijdvakken + jaartallen + tijdvakiconen
Andere tijdsindelingen 
Leren tijdvak 1 (Hoofdstuk 1)

Slide 2 - Slide

Slide 3 - Slide

Tijdlijn van Hoofdstuk 1
Beschrijf wat er gebeurd bij de ontwikkeling van een dorp naar een stad.
Wat defenieert een natiestaat?

Slide 4 - Slide

Slide 5 - Slide

Hoofdstuk 2
Tijd van Grieken en Romeinen
3000 v.Chr.- 500 n.Chr.

Slide 6 - Slide

Kenmerkende aspecten
  • De ontwikkeling van wetenschappelijk denken en het denken over burgerschap en politiek in de Griekse stadstaat.
  • De klassieke vormentaal van de Grieks-Romeinse cultuur.
  • De groei van het Romeinse imperium waardoor de Grieks-Romeinse cultuur zich over Europa verspreidde.
  • De confrontatie tussen de Grieks-Romeinse cultuur en de Germaanse cultuur van Noordwest-Europa
  • De ontwikkeling van het jodendom en christendom als de eerste monotheïstische godsdiensten.

Slide 7 - Slide

Slide 8 - Slide

Slide 9 - Slide

Griekenland
Verdeeld in veel stadstaten met elk hun eigen bestuur.
Mesopotamië
In de tijd van de Grieken regeerden in Mesopotamië de Perzen.

Slide 10 - Slide

Griekse 
stadstaten
  • Poleis (meervoud van polis) worden op verschillende manieren bestuurd

  • Ze hebben wel vaak dezelfde 'Griekse' cultuur, taal en goden

  • De bekendste poleis waren Athene en Sparta

  • Waarom dan geen natiestaat?

Slide 11 - Slide

Slide 12 - Slide

Griekse Stadstaten (2)
De Griekse cultuur verspreidde zich erg snel.
Door hongersnoden werden er veel koloniën gesticht.
Hierdoor kwamen de Grieken in contact met vele andere volken.
Waaronder de Feniciërs. 
Op het schrift van de Feniciërs baseerde de Grieken hun alfabet

Slide 13 - Slide

Grieks - Romeinse vormentaal

Slide 14 - Slide

Griekse cultuur
De grieken voelden zich verbonden met elkaar.
De ander noemden zij: barbaren.
Maar: ook voortdurend oorlog tegen elkaar.
Onder leiding van de Macedonische koning Alexander de Grote:
veroverde de Grieken Egypte, het Perzische rijk. 
Gevolg: enorme verspreiding van de Griekse cultuur. 

Slide 15 - Slide

Tirannie
Democratie
Monarchie
Aristocratie

Slide 16 - Drag question

Sparta
  • De edelen hebben de macht (aristocratie)
  • Inwoners maakten aanspraak op burgerschap (mits actief in het leger)
  • Oorlog en het leger zijn belangrijk
  • Kinderen krijgen een zware, Spartaanse opvoeding

Slide 17 - Slide

Athene Tirannie 
Grijpt met geweld de macht 
Alleenheerser 

Pisistratos (547- 527 v.Chr.)

Hippias (527-510 v.Chr.)

Slide 18 - Slide


De Atheense 
democratie




  • In Athene was het volk de baas
  • Er werd gestemd over belangrijke beslissingen. (directe democratie)

Slide 19 - Slide

Kleisthenes
  • Democratische hervormingen 500 v.Chr.
  • Alle vrije mannelijke burgers van Athene hebben directe inspraak.
  • Ostracisme wordt ingesteld

Slide 20 - Slide

Ostracisme
  • Schervengerecht
  • 6000 leden van de volksvertegenwoordiging stemmen om iemand voor 10 jaar te verbannen uit de stad.

Slide 21 - Slide


De Atheense 
democratie




  • Vrije mannelijke burgers hadden het voor het zeggen.

Slide 22 - Slide

Niet alleen voorstanders
Plato: massa laat zich leiden door emoties. (macht en hebzucht)
Alleen de Elite (bekwame mannen moeten de macht krijgen)

Slide 23 - Slide

Slide 24 - Slide

Wetenschappelijk deken
Polytheistische godsdienst staat centraal.
Maar Griekse denkers komen in contact met andere culturen. (filosofen).
Natuurfilosofen: rationeel nadenken, observeren, onderzoeken.
Filosofen: rationeel nadenken over de werkelijkheid.

Slide 25 - Slide

Opdracht 

Maak opdracht 15 (1.3) op stencil en lever deze in.
Maak daarna: de opdracht 'mamoetenjacht'  in teams om te oefenen met de stof van tijdvak 1. 

Slide 26 - Slide