2.2 Elektriciteit in huis

2.2 Elektriciteit in huis
Lesdoel;  De functies van de onderdelen van de huisinstallatie kunnen uitleggen.
1 / 19
next
Slide 1: Slide
NatuurkundeMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 3

This lesson contains 19 slides, with text slides and 2 videos.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

2.2 Elektriciteit in huis
Lesdoel;  De functies van de onderdelen van de huisinstallatie kunnen uitleggen.

Slide 1 - Slide

Huisinstallatie
  • Netwerk van elektriciteitsdraden 
       in huis.
  • Splitst in parallelle groepen
  • Elke groep heeft eigen groepschakelaar.
  • Je kan een groep spanningloos maken om veilig reparatie uit te voeren.

Slide 2 - Slide

Slide 3 - Slide

0

Slide 4 - Video

Slide 5 - Slide

Fasedraaden nuldraad
Bruin - fasedraad
Blauw - nuldraad

Bruin 230V - Blauw geen spanning

Schakelaar naar lamp zwarte draad
 - Schakeldraad: Alleen spanning als schakelaar aan staat

Slide 6 - Slide

Slide 7 - Slide

Overbelasting
Stroom per groep mag niet meer dan 16A zijn. 
Meer = brandgevaar

Teveel apparaten - overbelasting


Slide 8 - Slide

Kortsluiting:
Weerstand klein in elektriciteitsdraden.
Als stroom een ander weg (niet door apparaat) kan nemen
 - Kortsluiting: veel te kleine weerstand

Slide 9 - Slide

0

Slide 10 - Video

Korstluiting in een stekker

Slide 11 - Slide

Belang van het lesdoel
Weten wat je moet doen als er problemen met elektriciteit in huis zijn.
Veiliger werken met elektricitieit.
Hogere cijfers voor je toets halen.

Slide 12 - Slide

Slide 13 - Slide

Wissel - en gelijkspanning
Het lichtnet heeft een wisselspanning. Deze kun je transformeren maar niet opslaan.
Een batterij levert gelijkspanning die je kan opslaan.

Slide 14 - Slide

Controle van begrip
1a Leg uit wat kortsluiting is.
1b Leg uit hoe overbelasting kan ontstaan.

Slide 15 - Slide

Kies het woord groter of kleiner

a Hoe groter de weerstand van het apparaat is, des te  ..........  is de stroomsterkte (als het apparaat aanstaat).

b Het koperdraad in snoeren en elektriciteitsdraden heeft een heel .......weerstand.

c
De weerstand van een elektrisch apparaat is veel ....dan de weerstand van snoeren en elektriciteitsdraden.


Slide 16 - Slide

8
Noteer de naam en de spanning van de draad:
bruin;
blauw;
zwart;
geel/groen;

Slide 17 - Slide

a) Leg uit waarom er in huis meerdere groepen zijn.

b) Hoe groot kan de stroom maximaal zijn door de groep ?

c) Noem twee manieren waardoor een zekering kan doorbranden.


Slide 18 - Slide

demonstratie docent.

a) Wanneer brandt het lampje ?

b) Waarom krijg ik geen schok ?

c) Wat is het gevaar van deze methode ?

Slide 19 - Slide