Suriname wordt onafhankelijk

Onafhankelijkheid en dekolonisatie.

Suriname

1 / 34
next
Slide 1: Slide
GeschiedenisMiddelbare schoolmavo, havo, vwoLeerjaar 3

This lesson contains 34 slides, with interactive quizzes, text slides and 3 videos.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Onafhankelijkheid en dekolonisatie.

Suriname

Slide 1 - Slide

Leerdoelen
Aan het eind van deze les...

  • ken je de begrippen decembermoorden, onafhankelijkheid en autonomie.

  • kun je uitleggen en herkennen hoe Suriname onafhankelijk is geworden

  • kun je herkennen en uitleggen welke rollen Kielstra, Den Uyl en De Kom hebben gespreeld in Suriname. 

  • kun je beoordelen of de onafhankelijkehid van Suriname een succes is geworden.

Slide 2 - Slide

Suriname
  • Voorbeeld van vreedzame dekolonisatie. (geen geweld zoals bij Indonesië)

  • 1954: Nederland stond de macht af aan Suriname

  • 1975: Suriname werd onafhankelijk. 

Slide 3 - Slide

Slide 4 - Slide

Suriname 
Suriname

Slide 5 - Slide

Nationalisme en oorlog
  • Er was een kleine beweging in Suriname (veel verschillende etniciteiten).

  • Tijdens de WOII vochten veel Surinamers voor de geallieerden.

  • Amerikanen hielpen vanwege bauxiet (grondstof).

  • Johannes Kielstra GG

Slide 6 - Slide

1948: Begin rondetafelgesprekken met Suriname > Suriname niet klaar voor volledige onafhankelijkheid.
1954: Akkoord NL en Suriname:
Autonomie voor Suriname binnen koninkrijk, blijft deel van Nederland.
  Suriname kort na WO II

Slide 7 - Slide

Het Statuut
  • 1948  de onderhandelingen met Suriname en de Nederlandse Antillen. 

  • 15 dec. 1954 Het 'Statuut voor het Koninkrijk der Nederlanden', voltooid ofwel kortweg het Statuut. 

Slide 8 - Slide



Suriname wil onafhankelijk worden



In 1974 vraagt premier van Suriname om onafhankelijkheid
Nederland stemt meteen in...

Slide 9 - Slide

1975
  •  Joop den Uyl: "...nu het eigenlijk niet meer kon om nog kolonies te hebben". 

  • Met ingang van 1975 werden Nederland en de Nederlandse Antillen afzonderlijke landen binnen het koninkrijk der Nederlanden.

Slide 10 - Slide

Onafhankelijk Suriname
  • J.H.E. Ferrier wordt de eerste premier van Suriname. 

  • De verschillende bevolkingsgroepen worden het moeilijk met elkaar eens.

  • Suriname wordt een onstabiel land.

  • Legerleider Desi Bouterse maakt hier gebruik van en pleegt een staatsgreep.

Slide 11 - Slide

Wordt het een stabiel land? 
  • Maroon: afstammelingen van gevluchte Afrikaanse slaven.
  • Hindoestanen: afstammelingen van contractarbeiders uit Brits-India.
  • Creolen: van gemengd Afrikaans-Europese afkomst.

Slide 12 - Slide

Sergeantencoup
De staatsgreep in Suriname die Desi Bouterse en Roy Horb met 14 collega-sergeanten, de "Groep van 16" genoemd, pleegden op 25 februari 1980.

Slide 13 - Slide

Decembermoorden
  • Op 8 en 9 december 1982 werden vijftien tegenstanders van het militaire regime van Desi Bouterse  vermoord. 

  • In Suriname en bij de Surinamers in Nederland heeft deze gebeurtenis diepe sporen achtergelaten. 

  • De Nederlandse regering bevroor als reactie alle ontwikkelingshulp aan Suriname.

Slide 14 - Slide

Suriname
  • Surinamers kregen na de onafhankelijkheid de mogelijkheid om naar Nederland te komen.
  • Veel Surinamers deden dat ook.
    Ze hoopten hier op een betere toekomst.

  • Ook na de Decembermoorden gingen veel Surinamers naar NL.
  • Er leven zo'n  350.000 Surinamers in Nederland.

Slide 15 - Slide

Slide 16 - Video

Slide 17 - Video

In welk jaar werd Suriname onafhankelijk?
A
1875
B
1975
C
1985
D
1885

Slide 18 - Quiz

Wat is een staatsgreep?
A
Poging om de macht over te nemen, oude regering wordt met geweld weggejaagd
B
Onafhankelijk verklaren van je land
C
Opstappen van de huidige regering
D
De relatie tussen de koning en de regeringsleider

Slide 19 - Quiz

Wat is het grote verschil tussen de onafhankelijkheid van Suriname en de onafhankelijkheid van Indonesië?

Slide 20 - Open question

Welke 2 landen zijn voormalige koloniën van Nederland?
A
Suriname & Indonesie
B
Brazilie & Indonesie
C
Suriname & Brazilie
D
Suriname & Vietnam

Slide 21 - Quiz

Suriname was een Nederlandse kolonie. In welk jaar werd Suriname onafhankelijk?
A
1875
B
1975
C
1985
D
1885

Slide 22 - Quiz

Waarom had de dekolonisatie na de Tweede Wereldoorlog veel succes?
A
De Europese grootmachten waren verzwakt.
B
Inheemse jongens kregen onderwijs in het interbellum.
C
De VS en de Sovjet-Unie waren voorstanders van dekolonisatie.
D
De Japanners gaven veel koloniën onafhankelijkheid.

Slide 23 - Quiz

Samen werken met de vijand noemen we ook wel:
A
collaboratie
B
dekolonisatie
C
verzet
D
collageen

Slide 24 - Quiz

De naam politionele acties verwijst naar...
A
De politiek. De politici van Nederland hebben tot deze acties besloten
B
De politiek. De acties zijn een vervolg op ethische de politiek
C
De politie. Nederland stuurde geen legereenheden maar manschappen van de Rijkspolitie
D
De politie. Hiermee wilde de Nederlandse overheid aangeven dat het geen militaire inval was, maar een herstel van recht en orde

Slide 25 - Quiz

Wat betekent "dekolonisatie"?
A
Koloniën worden onafhankelijk
B
Europese landen breiden hun imperium uit
C
Koloniën worden gedwongen om afhankelijk te blijven
D
Europese landen werken samen met de koloniën

Slide 26 - Quiz

Waarom wilde Nederland niet dekoloniseren?
A
NL had anders geen aanzien
B
NL wilde inkomsten uit de kolonie houden
C
NL wilde de Indische bevolking helpen om rijk te worden
D
NL wilde meer leren van de Indische boeren

Slide 27 - Quiz

Wat zijn politionele acties?
A
Acties van Nederland om te voorkomen dat Indonesië onafhankelijk werd.
B
Acties van Japan een nieuwe poging te doen om Nederlands-Indië in te nemen.
C
Acties van Nederlands-Indië om ervoor te zorgen dat zij onafhankelijk werden.
D
Acties van Duitsland om Japan te gaan helpen in de oorlog.

Slide 28 - Quiz

Hoe is Indonesië onafhankelijk geworden?
A
In 1949 gaf NL de macht over omdat de VS dreigden Marshallhulp te stoppen
B
In 1949 hadden de VN gevraagd aan NL om te dekoloniseren
C
In 1945 was Japan verslagen en kon Soekarno president worden
D
In 1945 werden alle koloniën onafhankelijk omdat de VN dit had gezegd

Slide 29 - Quiz

Aan de slag
Tekstboek blz. 
Werkboek blz. 193 t/m 195.
Maak opdracht: 84 t/m 90

Slide 30 - Slide

Wat heb je dit uur gedaan waar je tevreden over bent.

Slide 31 - Open question

Waar ben je minder tevreden over / wat zou je de volgende keer anders doen?

Slide 32 - Open question

Video
-
Discussie slavernij

Slide 33 - Slide

Slide 34 - Video