Persoonsvorm, zinsdelen, lijdend voorwerp, gezegde

• Taal
• Basisschool
• Groep 7

Grammatica

Aan het einde van de les kan ik in een zin:

- de zinsdelen vinden
- de persoonsvorm vinden
- het lijdend voorwerk vinden

Persoonsvorm

Hoe kan je de persoonsvorm vinden in een zin?

Tip: maak aantekeningen!

meerdere antwoorden zijn mogelijk

Je vindt de persoonsvorm door

1. De tijd te veranderen
2. Een vraagzin te maken
3. Door de vraag 'Wie of wat + ....'
4. De zin van enkelvoud naar meervoud te veranderen ( andersom)

Wat is de persoonsvorm?

Het regent het hele weekend.

1. Het
2. het hele weekend
3. weekend
4. regent

Wat is de persoonsvorm?

Ashton klust de hele dag

Wat is de persoonsvorm?

Waarom pak je dat?

Zinsdelen

Je kunt een zin in delen verdelen: de zinsdelen. Er is een heel gemakkelijke manier om dat te doen.

Dit wordt een goed moment om aantekeningen te maken

Alles wat voor de persoonsvorm staat of kan staan is één zinsdeel.

Stap 1: Zoek de persoonsvorm
Stap 2: Kijk wat welke delen van de zin voor de persoonsvorm passen

Stap 1: Wat is de persoonsvorm

Ik heb dat cadeau aan Dane gegeven

Stap 2. Wat past er voor de persoonsvorm?

Ik heb dat cadeau aan Dane gegeven.

Dat cadeau heb ik aan Dane gegeven.

Aan Dane heb ik dat cadeau gegeven.

Wat zijn de zinsdelen?
meer antwoorden mogelijk
Felix heeft een vraag.

1. vraag
2. Felix
3. heeft
4. een vraag

Wat zijn de zinsdelen?
( meerdere antwoorden mogelijk)
Ik vind taal erg leuk.

1. Ik vind
2. taal erg leuk
3. taal
4. leuk

Schrijf het derde zinsdeel op

Oma gaat naar de dierentuin.

Schrijf het derde zinsdeel op

Wie ben jij?

Wat zijn de werkwoorden?

Tip

Maak aantekeningen! 

Klik de werkwoorden aan

Ik loop

1. Ik
2. loop

Klik de werkwoorden aan

Ik heb vandaag gelopen.

1. Ik
2. heb
3. gelopen
4. heb gelopen

Klik de werkwoorden aan

Ik wilde vorige week komen lopen.

1. wilde
2. komen lopen
3. wilde komen lopen
4. komen

Schrijf de werkwoorden op:
De pakketbezorger bezorgde het pakketje thuis.

Schrijf de werkwoorden op:

Ik ben gisteren door de regen gefietst

Schrijf de werkwoorden op:
Hebben zij de boeken gelezen?

Onderwerp

Tip
Maak aantekeningen!

Wat is het onderwerp?

Mijn tablet maakt een vreemd geluid.

1. tablet
2. mijn tablet
3. maakt
4. een vreemd geluid

Wat is het onderwerp?
Vorige week wilden Given, Chloë en Luna een cadeaubon gaan kopen.

1. Vorige week
2. wilden
3. Given
4. Given, Chloë en Luna

Hoe vind ik het lijdend voorwerp?

Wist je dat je dingen beter kan onthouden wanneer je aantekeningen maakt?

Hij heeft een voetbal gevonden.

persoonsvorm: heeft

zinsdelen maken

werkwoorden: heeft gevonden

onderwerp: Wie/wat heeft gevonden?: hij

lijdend voorwerp: wie/wat heeft hij gevonden?: een voetbal

Wat is het lijdend voorwerp?
Mijn tablet maakt een vreemd geluid.

1. Mijn tablet
2. maakt
3. een vreemd geluid
4. er is geen lijdend voorwerp in deze zin

Wat is het lijdend voorwerp?
Aan Duco geef ik volgende week een presentje.

1. Aan Duco
2. volgende week
3. een presentje
4. Er is geen lijdend voorwerp in deze zin

Schrijf het lijdend voorwerp op:
Sky en Li-shai eten pindakaas

Wat is het lijdend voorwerp?
Alle leerlingen hebben aantekeningen gemaakt.

Schrijf het lijdend voorwerp op:
Wil je mij even optillen?

Veel succes!