3.1 leenheren en leenmannen

H3 Monniken en ridders
3.1 Leenheren en leenmannen
1 / 16
next
Slide 1: Slide
GeschiedenisMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 1

This lesson contains 16 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

H3 Monniken en ridders
3.1 Leenheren en leenmannen

Slide 1 - Slide

Tijd van monniken en ridders (500 - 1000)
In het wit zie je een helm, zoals ridders die droegen. Op de achtergrond zie je een deel van een klooster. Ridderschap en de christelijke kerk horen bij de Tijd van monniken en ridders.
Feniks, Geschiedenis Werkplaats, Memo, Saga

Slide 2 - Slide

Aan het eind van de les kan je....
vertellen op welke manier Karel het Frankische rijk bestuurde.

vertellen waardoor in Europa onveiligheid ontstond en welke gevolgen dit had.

Slide 3 - Slide

Eerst de naam: 
De Middeleeuwen

  • De tijd na het Romeinse Rijk (Oudheid) en vóór de Nieuwe Tijd.

  • Het ligt in het midden van die twee perioden: tussenperiode

  • Ongeveer tussen 500 en 1500

  • Vroege Middeleeuwen: 500-1000
  • Late Middeleeuwen: 1000-1500

Slide 4 - Slide


Het Frankische Rijk
751-870



  • Het Frankische volk kreeg de macht over een groot deel van Europa.
  • De bekendste Frankische koning was Karel de Grote.  
  • In het jaar 800 werd hij zelfs keizer van het Heilige Roomse Rijk

Slide 5 - Slide

Slide 6 - Video

Slide 7 - Slide

Het bestuur van het rijk
  • Karel de Grote kon zijn land niet alleen besturen.
  • Daarom kreeg hij hulp van edelen: mannen met veel aanzien en voorrechten in de samenleving. De edelen samen noemen we de adel.
  • Een hertog bestuurde een hertogdom en een graaf een graafschap.
  • Zijn trouwste ondergingen kregen als beloning ieder een gebied in leen. 
  • Zij mochten dit namens de koning (leenheer) besturen: zij werden zijn leenmannen. Zij moesten ook militairen leveren voor het leger: ridders.

Slide 8 - Slide

Macht
Trouw

Slide 9 - Slide

Politieke verdeeldheid
  • Karel was een goede leider en daardoor ging het goed met zijn heerschappij 
     ( = bestuur, regering).
  • Karel werd opgevolgd door koningen die minder goed leiding gaven.   Daardoor veranderden de verhoudingen tussen leenheren en leenmannen. 
  • Hertogen en graven zagen de geleende gebieden steeds meer als hun   eigendom. Ze reageerden hun gebied zelfstandig.
  • Ze zorgden er zelfs voor dat hun heerschappij erfelijk was. 

Slide 10 - Slide

Bron 1: Vikingen plunderen Dorestad (Isings, 1927)
blz. 66
Zo zag men de invallen van de Vikingen i op een later tijdstip.

Slide 11 - Slide

Onveiligheid en bescherming

In de 9e en 10e eeuw werd het weer onveilig in Europa door:
1) Invallen Vikingen
2) Politieke verdeeldheid

Door de onveiligheid wilden edelen zichzelf en het volk in hun gebied beschermen. Ze gingen kastelen bouwen. 
De eerste kastelen zagen er ongeveer uit zoals hiernaast (Lunteren).

Slide 12 - Slide

Slide 13 - Video

Wie waren de leenmannen?
A
Ridders
B
Boeren
C
Hertogen
D
Graven

Slide 14 - Quiz

Karel de Grote
Edelen
Ridders
Horigen
Graafschap
Hertogdrom

Slide 15 - Drag question

Wat was het leenstelsel?
A
Een stelsel waarbij een leenheer land uitleende aan horigen
B
Een stelsel waarbij de koning zijn land onder de geestelijkheid verdeelde
C
Een stelsel waarbij een leenman zijn land aan een leenheer uitleende
D
Een stelsel waarbij een koning zijn land uitleende aan zijn ridders

Slide 16 - Quiz