What is LessonUp
Search
Channels
Log in
Register
‹
Return to search
K4 - Grammatik
Kapitel 4 - Grammatik
1 / 45
next
Slide 1:
Slide
Duits
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 2
This lesson contains
45 slides
, with
interactive quizzes
,
text slides
and
1 video
.
Start lesson
Save
Share
Print lesson
Items in this lesson
Kapitel 4 - Grammatik
Slide 1 - Slide
Die Uhrzeiten 🖊
Es gibt 2 Möglichkeiten um die Zeit zu beschreiben:
Analog
: Es ist halb eins.
Digital
: Es ist zwölf
U
hr dreißig.
Pass auf!
Es ist
ein
Uhr.
Es ist
V
iertel nach ein
s
.
Slide 2 - Slide
Slide 3 - Slide
Naamvallen
Slide 4 - Slide
Akkusativ
Akkusativ = 4e naamval --> Wat is een naamval?
Een naamval houdt in dat de vorm van een woord verandert als de functie in de zin verandert.
Ontleed:
Ik zie hem.
Niet:
Ik zie hij
.
hij
= onderwerp (Nominativ),
hem
= lijdend voorwerp (Akkusativ)
Slide 5 - Slide
Akkusativ 🖊
Onderwerp:
Nominativ
(1e naamval) = 'hij'
Lijdend voorwerp:
Akkusativ
(4e naamval) = 'hem'
Bijvoorbeeld:
Hij
ziet
hem
.
Ik
hoor
jou
.
Slide 6 - Slide
🖊
Nominativ (1e naamval) kennen we al!
Pers.vnw.
Nominativ
ik
ich
jij
du
hij/het/zij
er/es/sie
wij
wir
jullie
ihr
zij/u
sie/Sie
Slide 7 - Slide
Ich sehe ........
Vertalingen?
Pers.vnw.
Nominativ (ow)
Akkusativ (lvw)
ik
ich
jij
du
hij/het/zij
er/es/sie
wij
wir
jullie
ihr
zij/u
sie/Sie
Slide 8 - Slide
Dus 🖊
Onderwerp:
Nominativ
(1e naamval) = hij
Lijdend voorwerp:
Akkusativ
(4e naamval) = hem
Bijvoorbeeld:
Hij
ziet
hem
. =
Ich
sehe
ihn
.
Ik
hoor
jou
. =
Ich
höre
dich
.
Slide 9 - Slide
Übung
Übung zu den Personalpronomen
Noteer telkens boven de woordgroep: ow / lvw
Vul daarna de juiste vorm in.
Iedereen
maakt 1 t/m 10, daarna +
of
++,
iedereen
maakt +++
Am Freitag fertig --> Notiert das in eure Plenda
A2Z am Dienstag. Arbeitet selbständig an der Wochenaufgabe.
Slide 10 - Slide
Wiederholung 🔁
Nominativ?
Akkusativ?
Hij/hem regel?
3 Übungsaufgaben
Slide 11 - Slide
(jij)
Ich hasse ..... .
Slide 12 - Open question
(wij)
Sie finden ..... nett.
Slide 13 - Open question
Vertaal:
Zij houdt van hem.
Slide 14 - Open question
🔁 Persoonlijk vnw (Nom. + Akk.)
Ik zie
hem
.
Zij vinden
ons
aardig.
Wij spelen
zonder
jou
.
Ich sehe
ihn
.
Sie finden
uns
nett.
Wir spielen
ohne
dich
.
Nominativ
Akkusativ
ich
mich
du
dich
er/es/sie
ihn/es/sie
wir
uns
ihr
euch
sie/Sie
sie/Sie
Slide 15 - Slide
Voorzetsels met Akkusativ 🖊
Je gebruikt ook de Akkusativ na bepaalde voorzetsels.
durch = gegen =
ohne = um =
für = bis =
entlang =
Na deze voorzetsels, komt
altijd een Akkusativ!
Slide 16 - Slide
Voorzetsels met Akkusativ 🖊
durch - ohne - für - entlang - gegen - um - bis =
dofegub 🐟
Voorbeelden:
Ich kann nicht
ohne
ihn
.
Sie macht sich Sorgen
um
dich
.
Dus:
dofegub?
Niet
ontleden, automatisch Akkusativ 😁
Slide 17 - Slide
🔁
Wiederholung
Nominativ?
Akkusativ?
Hij/hem regel?
4 Übungsaufgaben
Nominativ
Akkusativ
ich
du
er/es/sie
wir
ihr
sie/Sie
Slide 18 - Slide
(ik)
Das Geschenk ist für ..... .
Slide 19 - Open question
(jullie)
Wir können .... nicht finden!
Slide 20 - Open question
(hij)
Sie kümmert sich um ..... .
Slide 21 - Open question
Schreibe selber einen kompletten Satz mit einem Akkusativ.
Slide 22 - Open question
Wiederholung
Hausaufgabencheck
Inzwischen: MWS/Grammatik lernen
Präpositionen Akkusativ --> Welche?
A2Z: Übungsfragen Akkusativ
A2A + A2B: MWS Wo und was? + So ist meine Schule --> Check!
Slide 23 - Slide
Het muzieklokaal ist gezellig.
Slide 24 - Open question
Jij schildert in het kunstlokaal.
Slide 25 - Open question
Hoe laat is het?
Slide 26 - Open question
Het is kwart over drie.
Slide 27 - Open question
Wie spät fängt die Schule an?
Vertaal: Om half negen.
Slide 28 - Open question
Naamvallen (lidwoorden)
Naamvallen? Welke? Functies? Hij/hem regel? Voorzetsels?
Ontleed de volgende zin:
De man ziet de bal.
Der
Mann sieht
den
Ball.
Noteer 🖊:
In het Duits verandert ook het
lidwoord
in de
Akkusativ.
der
= mannelijk Nominativ,
den
= mannelijk Akkusativ
Slide 29 - Slide
Naamvallen (lidwoorden) 🖊
Onderwerp:
Nominativ
(1e naamval) = hij
Der Mann
sieht den Ball. (
Hij
ziet de bal.)
Normale rijtjes der- en ein-Gruppe
Lijdend voorwerp:
Akkusativ
(4e naamval) = hem
Der Mann sieht
den Ball
.
(De man ziet
hem
.)
Nieuwe rijtjes der- en ein-Gruppe
Slide 30 - Slide
Noteer dit schema
Slide 31 - Slide
Zie het als een puzzel! 🧩
Slide 32 - Slide
Übung
D...... Mann ist klein.
Ich mag d........ Mann nicht.
E....... Apfel (m) ist rot.
Ich esse e............. Apfel (m).
Ich höre d....... Frau nicht.
Slide 33 - Slide
Die Frau hat ...... Hund (m).
A
ein
B
eine
C
einen
Slide 34 - Quiz
Ich kenne .... Lehrerin.
A
die
B
den
C
der
Slide 35 - Quiz
.... Kunstraum finde ich schön.
A
Den
B
Der
Slide 36 - Quiz
.... Bruder von Tim heißt Tom.
A
Das
B
Den
C
Der
D
Die
Slide 37 - Quiz
Akkusativ
Nominativ + Akkusativ
Was weißt du noch?
1. Nominativ:
onderwerp
4. Akkusativ:
lijdend voorwerp + na voorzetsel (dofegub) 🐠👂❌
Übungsfragen
Slide 38 - Slide
Ich mag d..... Fach nicht.
Slide 39 - Open question
Kennst du d.... Lerher?
Slide 40 - Open question
(jij)
Meine Katze liebt ..... .
Slide 41 - Open question
Vertaal: Heb jij een broer?
Slide 42 - Open question
Het is kwart voor zeven.
Slide 43 - Open question
Heb jij het rooster?
Slide 44 - Open question
0
Slide 45 - Video
More lessons like this
3H/V Naamvallen en voorzetsels
March 2022
- Lesson with
27 slides
Duits
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 3
3H/V Bijles 2 Naamvallen en voorzetsels
March 2023
- Lesson with
18 slides
Duits
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 3
V3 - Bijles naamvallen
March 2021
- Lesson with
21 slides
Duits
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 3
Naamvallen en voorzetsels
December 2023
- Lesson with
21 slides
Duits
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 3
H2 - Personalpronomen Akkusativ
April 2022
- Lesson with
22 slides
Duits
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 2
V3 - Bijles naamvallen
December 2020
- Lesson with
18 slides
Duits
Middelbare school
Präpositionen mit Akkusativ
August 2019
- Lesson with
22 slides
Duits
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 2
Naamvallen met voorzetsels
August 2023
- Lesson with
23 slides
Duits
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 3