Hieronder staat een rij met grootheden en eenheden.
lengte - oppervlakte - meter - snelheid - kilogram - temperatuur -
vierkante meter (m2) - tijd - gewicht - inhoud - liter - seconde -
kilometer per uur (km/u) - graden Celsius (oC)
Schrijf alleen alle grootheden onder elkaar op.
Schrijf achter elke grootheid de bijbehorende eenheid op.
Bedenk voor elke grootheid een andere eenheid op die erbij hoort.
bijv.: temperatuur = graden Kelvin (of graden Fahrenheit)