This lesson contains 30 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.
Lesson duration is: 20 min
Items in this lesson
19e eeuw: Burgers en stoommachines
Slide 1 - Slide
Tijdvak 8. A.
Conservatieven, liberalen en nationalisten.
Slide 2 - Slide
leerdoelen les 1
wat weet je nog (van 1e + 2e klas) over 19e eeuw?
je kunt uitleggen wat het conservatisme is
je kunt uitleggen wat het liberalisme is
je kunt uitleggen hoe beide bewegingen ontstonden
Slide 3 - Slide
wat weet je nog .. ??
Slide 4 - Slide
Ontdekkers en hervormers
Regenten en vorsten
Pruiken en revoluties
Burgers en stoommachines
Slide 5 - Drag question
Welk begrip hoort bij deze betekenis: Periode van grote en snelle verandering in West-Europa door de komst van industrie; deze periode duurde van 1760 tot 1850.
A
Industrialisatie
B
Kapitalisme
C
Industriële revolutie
D
Monarchie
Slide 6 - Quiz
Wat is industrialisatie?
A
Een periode van grote en snelle verandering door de komst van industrie.
B
Het ontstaan van industrie (fabrieken) in een gebied waar eerst vooral landbouw was.
C
Een speciale dans.
D
Mensen die in fabrieken werken.
Slide 7 - Quiz
Wat is een van de belangrijkste uitvindingen van de revolutie?
A
stoommachine
B
ploeg
C
straatverlichting
D
dienstensector
Slide 8 - Quiz
In welk land begon de Industriële revolutie?
A
Frankrijk
B
Engeland
C
Nederland
D
Duitsland
Slide 9 - Quiz
In welke beroepen begon de Industriele revolutie?
A
Handel en Nijverheid
B
Handel en Landbouw
C
Landbouw en textiel
D
Textiel en handel
Slide 10 - Quiz
Tijd van Pruiken en Revoluties
1700 - 1800
Tijd van Burgers en Stoommachines
1800 - 1900
Slide 11 - Drag question
Versleep de zinnen naar het juiste plaatje.
Mannen, vrouwen en kinderen werken in fabrieken.
Past bij de tijd vóór burgers en stoommachines.
Mannen, vrouwen en kinderen werken vooral in de landbouw.
Past bij de tijd van burgers en stoommachines.
De meeste mensen wonen in grote steden.
De meeste mensen wonen op het platteland.
Slide 12 - Drag question
1789:
De Franse Revolutie
Strijd voor vrijheid, gelijkheid en broederschap
Einde aan Koninkrijk Frankrijk
Meer gelijkheid: einde aan de standenmaatschappij
Een grondwet
Slide 13 - Slide
NAPOLEON
1795-1815
Grijpt de macht in Frankrijk
Einde democratie
Kroont zichzelf tot Keizer
Slide 14 - Slide
Waar werd Napoleon definitief verslagen in 1815?
A
Austerlitz
B
Waterloo
C
Duinkerken
D
Parijs
Slide 15 - Quiz
Nadat de Europese landen Napoleon versloegen bij Waterloo...
A
Besloot men beperkte democratie in te stellen
B
Besloot men de monarchie weer terug te brengen
C
Besloot men de idealen van de Franse revolutie in de praktijk te brengen
D
Besloot men onderling meer samen te werken
Slide 16 - Quiz
Congres van Wenen (1815)
De overwinnaars besluiten dat alles weer moet worden als vóór de Franse Revolutie. Koningen moeten weer de macht krijgen.
Slide 17 - Slide
Alles bij het oude laten. Politieke besluitvorming is een zaak v.d. koning.
A
Conservatisme
B
Liberalisme
Slide 18 - Quiz
Conservatieven zijn mensen die
A
houden van eten uit conserven blikjes
B
niets willen veranderen en alles bij hetzelfde willen houden
C
houden van veranderingen
D
telkens op zoek zijn naar nieuwe dingen
Slide 19 - Quiz
Conservatisme
= een politieke stroming die staat voor behoud van tradities en normen en waarden.
Slide 20 - Slide
1795-1814:
Franse Tijd
Frankrijk bezet Nederland (1795-1813)
Erfstadhouder Willem V moet vluchten naar Engeland
Patriotten vormen het bestuur van Nederland
Democratische hervormingen
1810: Nederland onderdeel van het Franse Keizerrijk
ondertussen in Nederland
Slide 21 - Slide
1815: Verenigd Koninkrijk der Nederlanden
Napoleon verslagen bij Waterloo
Zoon van prins Willem V wordt koning Willem I
Verenigd Koninkrijk der Nederlanden: Nederland, België en Luxemburg
Slide 22 - Slide
Slide 23 - Video
00:56
Wanneer was stadhouder Willem V naar Engeland gevlucht?
A
1787
B
1789
C
1795
D
1813
Slide 24 - Quiz
Liberalisme
Vrijheid voor het individu op alle gebieden (economie, politiek, godsdienst)