1. Zoek de persoonsvorm in de zin.
2. Zoek de ik-vorm van de persoonsvorm
3. Zoek het onderwerp: wie of wat + persoonsvorm?
4. Pas de regels toe. Controleer door het werkwoord te vervangen door "fietsen".
Ik fiets -> ik-vorm
Jij fietst -> ik-vorm + t
Wij fietsen -> hele werkwoord