3B Lesson 7

Lesson 7
* Word order
* Watching
1 / 50
next
Slide 1: Slide
EngelsMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 3

This lesson contains 50 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.

Items in this lesson

Lesson 7
* Word order
* Watching

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Slide

Slide 3 - Slide

Er is 1 regel voor woorden als always, never, sometimes

Als am, are, is, was, were in de zin staat dan komen woorden als always, never en sometimes NA dat werkwoord.
I am always late
I always eat
Bij andere werkwoorden komt het ervoor.
She never works late.

Slide 4 - Slide

wie
doet
wat
waar
wanneer
The parents
bring
to football training

every Sunday

their son

Slide 5 - Drag question

Choose the sentence with the correct word order.
A
Doesn't she go in the weekends out?
B
Doesn't she go out in the weekends?

Slide 6 - Quiz

Wie
doet
wat
waar
waar
Jacky and Pete
aren't going
to the cinema
tonight

Slide 7 - Drag question

Choose the sentence with the correct word order.
A
He swims every day in the canal.
B
He swims in the canal every day.

Slide 8 - Quiz

Correct word order:
Billy / to his friend /
five minutes ago / went
A
Billy went to his friend five minutes ago
B
Billy went five minutes ago to his friend
C
Billy five minutes ago went to his friend.
D
Five minutes ago Billy went to his friend

Slide 9 - Quiz

Correct word order:
her / in town / yesterday / I / met
A
I met her in town yesterday.
B
I met her yesterday in town.
C
I yesterday met her in town.
D
I met yesterday her in town.

Slide 10 - Quiz

Choose the sentence with the correct word order.
A
My sister got married last year.
B
my sister got Last yearmarried.
C
My sister last year got married.

Slide 11 - Quiz

Choose the sentence with the correct word order.
A
We are never in a position to complain.
B
We never are in a position to complain.

Slide 12 - Quiz

Choose the sentence with the correct word order.
A
Have ever you read a novel by J.R.R. Tolkien?
B
Have you read ever a novel by J.R.R. Tolkien?
C
Have you read a novel by J.R.R. Tolkien ever?
D
Have you ever read a novel by J.R.R. Tolkien?

Slide 13 - Quiz

Choose the sentence with the correct word order.
A
Who gives never a straight answer?
B
Who gives a straight answer never?
C
Who never gives a straight answer?
D
Who gives a straight never answer?

Slide 14 - Quiz

Correct word order:
summer / we / here / are / in / usually
A
Usually we are here in summer.
B
We usually are here in summer.
C
We are usually in summer here.
D
We are usually here in summer.

Slide 15 - Quiz

Choose the sentence with the correct word order.
A
They often go out in the weekends.
B
They go often out in the weekends.

Slide 16 - Quiz

Tijd (wanneer) kan ook aan het begin van de zin:
voor extra nadruk.

Slide 17 - Slide

he / to town / after breakfast / often / Mrs Hodges / takes

Slide 18 - Open question

a parking place / near the shops / they / find / rarely

Slide 19 - Open question

sometimes / in a garage / Mr Hodges / his car / parks

Slide 20 - Open question

often / have / a cup of tea / they / at the hotel / in the afternoon

Slide 21 - Open question

meet / at the sports ground / they / after dinner / their friends

Slide 22 - Open question

enjoys / swimming / in our pool / in the morning / she


Slide 23 - Open question

hardly / last year / could / ski / he

Slide 24 - Open question

last minute / the mouse / from / away / the cat / ran

Slide 25 - Open question

this minute / the cup of tea / cooling down / the table / is / on

Slide 26 - Open question

last / saved / city / Superman / the / year

Slide 27 - Open question

when I was young / sweets / grandma / me / my / gave

Slide 28 - Open question

now / running / my / out of / pen / ink / is

Slide 29 - Open question

going - is - big drops - it - today - to rain

Slide 30 - Open question

Watching & Listening

Je gaat naar twee filmpjes kijken van NewsRound.
Beantwoord de vragen tussendoor.

Slide 31 - Slide

12

Slide 32 - Video

00:27
Wat is de hoofdstad van de Verenigde Staten van Amerika?
A
New York
B
Washington
C
Washington DC
D
Los Angeles

Slide 33 - Quiz

01:06
Waarom zijn al die mensen daar?
A
Om Trump toe te juichen
B
Om Trump te steunen
C
Om te protesteren
D
Omdat ze het leuk vinden om met vlaggen te zwaaien

Slide 34 - Quiz

01:46
Wat is een onderwerp dat Trump vaak noemt in zijn speeches (ook in het stukje dat je net zag)?

Slide 35 - Open question

02:11
Er zijn mensen overleden als gevolg van de prostesten. Hoeveel worden er genoemd in het fragment dat je net hebt gehoord?
A
1
B
3
C
4
D
7

Slide 36 - Quiz

02:24
Wat wil Joe Biden van Trump?
A
Dat hij op de televisie komt
B
Dat hij weg gaat
C
Dat hij vervroegd aftreedt
D
Dat hij niets doet

Slide 37 - Quiz

02:36
Heeft Trump zijn aanhangers naar huis gestuurd?
A
ja
B
nee

Slide 38 - Quiz

03:42
Wat voor gebouw zie je steeds in het filmpje?
A
Witte Huis
B
Capitool

Slide 39 - Quiz

04:06
Gisteren was een belangrijke dag in Amerika. Waarom?
A
Parlement ging bevestigen dat Joe Biden de winnaar is.
B
Het was de verjaardag van Trump
C
Joe Biden was opa geworden
D
Trump nam afscheid

Slide 40 - Quiz

04:48
Had Trump de mensen opgeroepen om naar Washington DC te gaan en in te breken in het parlementsgebouw?
A
ja
B
nee

Slide 41 - Quiz

05:08
Vpond Trump het verkeerd dat de mensen naar het Capitool waren gegaan?
A
ja
B
nee

Slide 42 - Quiz

05:40
Wanneer wordt Joe Biden werkelijk president?
A
Volgende week
B
Op 12 januari
C
Op 20 januari
D
Na de protesten wordt hij geen president

Slide 43 - Quiz

06:11
Volgens de meeste mensen was gisteren een aanslag op de democratie. Ben je het daar mee eens en waarom wel of waarom niet?

Slide 44 - Open question

5

Slide 45 - Video

00:08
Hoe heet de tijger?

Slide 46 - Open question

00:25
Wat moeten de oppassers eerst doen?

Slide 47 - Open question

00:32
Wat gebeurt er daarna?

Slide 48 - Open question

00:59
Wat was er mis met Elton?
A
Hoofdpijn
B
Gat in zijn kies
C
Zijn melktanden moesten eruit
D
Zijn gebit most worden schoongemaakt

Slide 49 - Quiz

01:06
Wat heeft de tandarts gedaan?
A
Kies getrokken
B
Kies gevuld

Slide 50 - Quiz