Oefenvragen thema 4

Oefenvragen thema 4
1 / 32
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

This lesson contains 32 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

Items in this lesson

Oefenvragen thema 4

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Slide 2 - Link

This item has no instructions

Slide 3 - Link

This item has no instructions

Slide 4 - Link

This item has no instructions

Waarom hebben bacterien ook ribosomen nodig?

Slide 5 - Open question

This item has no instructions

4

Slide 6 - Video

This item has no instructions

00:06
Hoe heet het onderdeel op het celmembraan waar het virus aan koppelt?

Slide 7 - Open question

This item has no instructions

00:20
Hoe heet het als iets ingesloten wordt door het membraan en dan naar binnen gewerkt wordt?

Slide 8 - Open question

This item has no instructions

00:36
Hoe heten deze onderdelen waarin het DNA/RNA omgezet wordt in eiwitten? (antwoord in meervoud)

Slide 9 - Open question

This item has no instructions

00:43
Op welk onderdeel liggen deze ribosomen in het filmpje?

Slide 10 - Open question

This item has no instructions

Van welk celtype ('rijk') is deze cel?
A
Planten
B
Schimmels
C
Bacteriën
D
Dieren

Slide 11 - Quiz

This item has no instructions

Welk organel stelt 2 voor?

Slide 12 - Open question

This item has no instructions

Het mitochondrium speelt een belangrijke rol bij vrijmaken van energie. Daartoe worden een organische en anorganische stof opgenomen in de cel.
Welke anorganische stof wordt opgenomen en met welk transporttype?
A
water, met diffusie
B
water, met actief transport
C
zuurstof, met diffusie
D
zuurstof, met actief transport

Slide 13 - Quiz

This item has no instructions


Rechts zie je de 4 rijken staan. Sleep het juiste rijk naar de bijbehorende cel.
Dier

Plant
Schimmel
Bacterie

Slide 14 - Drag question

This item has no instructions

Prokaryoot, kan autotroof zijn. 
Geen celwand, tussen 10-100µm lang
Wel vacuole en celkern, heterotroof
Met celkern, maakt eigen organische stoffen uit anorganische stoffen
Dier

Plant
Schimmel
Bacterie

Slide 15 - Drag question

This item has no instructions

De Coloradokever leeft o.a. op de Aardappel (Solanum tuberosum), op de Tomaat (Solanum lycopersum) en
op Bitterzoet (Solanum dulcamara).
Behoren deze planten tot hetzelfde genus (geslacht)?
En tot dezelfde soort?
A
alleen tot dezelfde soort
B
alleen tot hetzelfde geslacht
C
tot dezelfde soort en hetzelfde geslacht
D
Dat kun je niet weten, er ontbreken gegevens

Slide 16 - Quiz

This item has no instructions

Wat gebeurt bij hoge selectiedruk?
A
Alle varianten overleven
B
Weinig varianten blijven leven
C
Varianten veranderen in nieuwe soorten
D
Meer nieuwe soorten ontstaan

Slide 17 - Quiz

This item has no instructions

Wie is het “fittest”?
A
Een jonge leeuw met 10 nakomelingen.
B
Een oude leeuw met 10 nakomelingen.
C
Een oude leeuw zonder nakomelingen die alle gevechten wint.
D
Een jonge leeuw zonder nakomelingen die alle gevechten wint.

Slide 18 - Quiz

Misvatting: Leerlingen vergeten vaak te denken aan voortplantingssucces bij het begrip van ‘fittest’
A GOED
B De kans is klein dat een oude leeuw nog meer nakomelingen krijgt dan een jongere leeuw. (Deze heeft nog wel een kans om meerdere nakomelingen te krijgen)
C Leerlingen denken dat “fittest” gaat over sterk zijn
D Leerlingen denken dat “fittest” gaat over sterk zijn

Leg uit wat
natuurlijke selectie is.

Slide 19 - Open question

This item has no instructions

Wanneer horen organisme bij dezelfde soort?

Slide 20 - Open question

This item has no instructions

  1. Reproductieve isolatie
  2. Kleur van het water (predator) en kunnen graven voor voedsel (voedselschaarste).
  3. Natuurlijke selectie
  4. Samen voortplanten lukte niet meer.
  5. Anatis beatus
  6. Ja, beide Anatis

Slide 21 - Slide

This item has no instructions

Een populatie is....
A
een groep organismen van dezelfde soort.
B
groep organismen van verschillende soorten in een bepaald gebied.
C
een groep organismen van hetzelfde soort in een begrensd gebied.
D
een individu van één soort.

Slide 22 - Quiz

This item has no instructions

Een rat (Rattus norvegicus) en muis (Mus musculus)
kunnen tot dezelfde soort behoren.
A
nee
B
ja

Slide 23 - Quiz

This item has no instructions

Is een verandering in milieu sneller een probleem voor een grote of kleine populatie?
A
Grote
B
Kleine

Slide 24 - Quiz

This item has no instructions

Bij seksuele selectie beïnvloeden bepaalde eigenschappen de keuze voor een partner. Dit fenomeen beïnvloedt dus ook ....
A
Mutaties
B
Het fenotype
C
Natuurlijke selectie
D
De fitness

Slide 25 - Quiz

This item has no instructions

Geef een voorbeeld van een gebeurtenis die een veranderende allelfrequentie in een populatie veroorzaakt.

Slide 26 - Open question

This item has no instructions

Deze organen hebben hetzelfde bouwplan
A
rudimentaire organen
B
homologe organen
C
analoge organen
D
recessieve organen

Slide 27 - Quiz

This item has no instructions

Analoog of homoloog?
De vleugels van een bij en een vogel.
A
Analoog
B
Homoloog

Slide 28 - Quiz

This item has no instructions

Analoog of homoloog?
Onze voorarm en de vin van een walvis.
A
Analoog
B
Homoloog

Slide 29 - Quiz

This item has no instructions

Organen die hun functie zijn verloren noemen we ... organen.

Slide 30 - Open question

This item has no instructions

Hoe noem je een versteende afdruk van een organisme? Een ...

Slide 31 - Open question

This item has no instructions

De armen van de mens en de voorvin van een walvis hebben hetzelfde bouwplan. Het zijn ...
A
analoge organen
B
homologe organen
C
rudimentaire organen

Slide 32 - Quiz

This item has no instructions