2.7 Eencellige organismen

2.7 eencellige organismen
Blz. 139 lesboek
Laptop dicht
1 / 24
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

This lesson contains 24 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

2.7 eencellige organismen
Blz. 139 lesboek
Laptop dicht

Slide 1 - Slide

Eencellige en meercellige organismen
  • Cellen zijn de bouwstenen van het leven.
  • Veel organismen bestaan uit meerdere cellen.
  • Er zijn organismen die maar uit één cel bestaan. In de ene cel is alles aanwezig wat de eencellige nodig heeft.
      Er zijn eencellige dieren, planten  en een bacterie is altijd 
      eencellig.

Slide 2 - Slide

Eencellige dieren

Slide 3 - Slide

Amoebe
  • Hebben geen vaste vorm
  • Cytoplasma

  • Schijnvoetjes

  • Voedingsvacuole

  • Celmembraan

Slide 4 - Slide

Amoebe

Slide 5 - Slide

Slide 6 - Video

https://schooltv.nl/video/het-pantoffeldiertje-leven-in-een-vieze-sloot/#q=pantoffeldiertj
Pantoffeldiertje

Slide 7 - Slide

Slide 8 - Video

Aan de slag
2.7. Eencellige organismen
Lees blz. 139 + 140
Maak opdracht 1 en 2 in je boek
timer
10:00

Slide 9 - Slide

Algen: ééncellig
Wieren: meercellig

Slide 10 - Slide

bekijk de afbeelding.
Amoeben bestaan net als bacteriën uit één cel. Toch horen de amoeben en bacteriën tot verschillende groepen.

Door welke celkenmerken behoren deze organismen tot verschillende rijken?
A
celkern en celwand
B
celkern en celmembraan
C
celkern en centrale vacuole
D
celwand en centrale vacuole

Slide 11 - Quiz

Is dit een eencellige of meercellige organisme?
A
Eencellig
B
Meercellig
C
Driecellig
D
Heeft veel organen

Slide 12 - Quiz

Wat betekent amoebe?
A
Cel
B
Zonder vorm
C
Zonder kleur
D
Cytoplasma

Slide 13 - Quiz

Het pantoffeldiertje verwijdert de onverteerde resten via?
A
Het schijnvoetje
B
De celmembraan
C
De celanus
D
De trilharen

Slide 14 - Quiz

Zowel de Amoebe als het Pantoffeldiertje heeft een voedingsvacuole.
A
juist
B
onjuis

Slide 15 - Quiz

Wat is een voedingsvacuole?
A
een blaasje met vocht in een amoebe en pantoffeldiertje
B
een blaasje met daarin een verteerde bacterie bij een amoebe en pantoffeldiertje
C
een bacterie met daarin een amoebe
D
een blaasje met een celmond en celanus

Slide 16 - Quiz

Bacteriën kunnen eencellig en meercellig zijn
A
Juist
B
Onjuist

Slide 17 - Quiz

Bij welk soort eencelligen komen trilharen voor?
A
Amoebe
B
Pantoffeldiertje

Slide 18 - Quiz

Amoebe betekend "zonder vorm"
A
Ja
B
Nee

Slide 19 - Quiz

Bij welke soort komen schijnvoetjes voor?
A
amoebe
B
pantoffeldiertje

Slide 20 - Quiz

Hiernaast zie je een pantoffeldiertje.
Is hij meercellig of eencellig?
A
Meercellig
B
Eencellig

Slide 21 - Quiz

Welk dier is afgebeeld?
A
amoebe
B
pantoffeldiertje

Slide 22 - Quiz

Hoe beweegt een amoebe zich voort?
A
met trilhaarcellen
B
met hele kleine pootjes
C
met schijnvoetjes

Slide 23 - Quiz




maken opdr. 1 en 2




Slide 24 - Slide