This lesson contains 11 slides, with interactive quizzes and 1 video.
Items in this lesson
Slide 1 - Video
Waarom is hier sprake van een miscommunicatie?
Slide 2 - Open question
Kies of het gaat om verbale of non-verbale communicatie of beide. De student stuurt een e-mail naar haar praktijkbegeleider.
A
Verbaal
B
Non-verbaal
C
Beide
Slide 3 - Quiz
Wat is het appellerende aspect van communicatie?
A
Laat iets persoonlijks van de spreker zien
B
Het verzoek dat in de boodschap is verborgen
C
Laat zien hoe de spreker zichzelf, de ander en de relatie ziet
D
De feitelijke informatie uit de boodschap
Slide 4 - Quiz
Kies of het gaat om verbale of non-verbale communicatie of beide. Jip ziet dat de kleine Floor stiekem een snoepje pakt. Hij kijkt haar aan en geeft haar een knipoog.
A
Verbaal
B
Non-verbaal
C
Beide
Slide 5 - Quiz
Kies of het gaat om verbale of non-verbale communicatie of beide. Meneer Vermeulen is boos op de klas. Hij verheft zijn stem en geeft een donderpreek.
A
Verbaal
B
Non-verbaal
C
Beide
Slide 6 - Quiz
Kies of het gaat om verbale of non-verbale communicatie of beide. Joris zit al de hele middag in een hoekje. Hij kijkt boos de kamer rond.
A
Verbaal
B
Non-verbaal
C
Beide
Slide 7 - Quiz
Wat is het expressieve aspect van communicatie?
A
Laat iets persoonlijks van de spreker zien
B
Het verzoek dat in de boodschap is verborgen
C
Vier lagen in de communicatie
D
Het omzetten van gedachten in een boodschap
Slide 8 - Quiz
Kies of het gaat om verbale of non-verbale communicatie of beide. Mees liket de Facebook-update van Samia.
A
Verbaal
B
Non-verbaal
C
Beide
Slide 9 - Quiz
Kies of het gaat om verbale of non-verbale communicatie of beide. Valerie geeft een presentatie voor de klas. Ze gebruikt daarbij een PowerPoint.
A
Verbaal
B
Non-verbaal
C
Beide
Slide 10 - Quiz
Wat is het inhoudelijke aspect van communicatie?
A
Laat iets persoonlijks van de spreker zien
B
Het schrijven van woorden
C
Het geheel van persoonlijke waarden, normen, kennis en ervaring