What is LessonUp
Search
Channels
Log in
Register
‹
Return to search
H6.1 Vergrotingsfactor
Statistiek
1 / 25
next
Slide 1:
Slide
Wiskunde
Middelbare school
vmbo b
Leerjaar 2
This lesson contains
25 slides
, with
interactive quizzes
,
text slides
and
1 video
.
Start lesson
Save
Share
Print lesson
Items in this lesson
Statistiek
Slide 1 - Slide
Programma
voorkennis hst 6 nakijken
inleiding nieuw hoofdstuk
Theorie
Zelf aan de slag
Samenvatting
Slide 2 - Slide
Nakijken en vragen?
voorkennis hst 6
timer
5:00
Slide 3 - Slide
Hst 6 Vergroten en verkleinen
Gelijkvormigheid
Slide 4 - Slide
Slide 5 - Slide
Voorbeelden van vergroten en verkleinen
-mini's in supermarkt
- schaalmodellen auto's
Slide 6 - Slide
Wat leer je in dit hoofdstuk?
Je leert wat een vergrotingsfactor is
Je leert wat een verkleiningsfactor is
Je leert hoe je kunt rekenen met een vergrotingsfactor
Je leert hoe je kunt rekenen met schaal en schaallijn
Je leert wat gelijkvormigheid is
Slide 7 - Slide
Wat is volgens jou een vergrotingsfactor?
Slide 8 - Mind map
§6.1 Vergrotingsfactor
Als je iets wilt vergroten wil dit zeggen dat je
ALLE
maten van een figuur vergroot.
Belangrijke begrippen:
Origineel
(oud) en
beeld
(nieuw).
Vergrotingsfactor = lengte beeld : lengte origineel
Slide 9 - Slide
Slide 10 - Video
Voorbeeld
AB = 2 cm (origineel)
A'B' = 3 cm (beeld)
vergrotingsfactor = 3 : 2 = 1,5
Vergrotingsfactor = lengte beeld : lengte origineel
Slide 11 - Slide
Vergrotingsfactor
Bereken de vergrotingsfactor.
Het 1e plaatje is het origineel.
4,5 : 3 = 1,5
De vergrotingsfactor is dus 1,5
Vergrotingsfactor = lengte beeld : lengte origineel
Slide 12 - Slide
Som 3A blz. 59
Wat is de lengte van het beeld?
Slide 13 - Open question
som 3B blz. 59
Wat is de lengte van het origineel?
Slide 14 - Open question
Maak som 3C in je boek.
De vergrotingsfactor is:
A
3,7 : 6,6 = 0,56
B
6,6 : 3,7 = 1,78
Slide 15 - Quiz
Zelf maken
som: 3 t/m 9
Slide 16 - Slide
Rekenen met vergrotingsfactor
Slide 17 - Slide
Samen som 12 blz. 62
Slide 18 - Slide
Verkleinen
(= vergroten)
Bij het verkleinen van een figuur heb je ook te maken met een origineel en een beeld.
Om de 'vergrotings'factor te bepalen gebruik je dezelfde formule:
beeld : origineel
4 : 8 = 0,5
Je vergrotingsfactor = 0,5
Slide 19 - Slide
Verkleining
In de vorige opdracht was de uitkomst 0,5.
Dit is kleiner dan 1, dat betekent dus dat de figuur kleiner wordt, dat zie je ook in het beeld.
Dus...... een verkleining noem je een vergroting, omdat de vergrotingsfactor kleiner is dan 1.
Slide 20 - Slide
Bij een vergrotingsfactor 3 is het beeld ........... dan het origineel?
Vul in:
A
groter
B
kleiner
Slide 21 - Quiz
Bij een vergrotingsfactor 0,7 is het beeld ........... dan het origineel?
Vul in:
A
groter
B
kleiner
Slide 22 - Quiz
Bij een vergrotingsfactor 5,1 is het beeld ........... dan het origineel?
Vul in:
A
groter
B
kleiner
Slide 23 - Quiz
Bij een vergrotingsfactor 0,8 is het beeld ........... dan het origineel?
Vul in:
A
groter
B
kleiner
Slide 24 - Quiz
Zelf aan de slag
som 3 t/m 9; 12 t/m 15 en som 18 t/m 25
Slide 25 - Slide
More lessons like this
H6.1 Vergrotingsfactor
February 2023
- Lesson with
27 slides
Wiskunde
Middelbare school
vmbo b
Leerjaar 2
H6.1 Vergrotingsfactor
April 2022
- Lesson with
27 slides
Wiskunde
Middelbare school
vmbo b
Leerjaar 2
Herhaling 6.1 + 6.2
March 2023
- Lesson with
43 slides
Wiskunde
Middelbare school
vmbo b
Leerjaar 2
6.1 Vergrotingsfactor
January 2023
- Lesson with
18 slides
Wiskunde
Middelbare school
vmbo b
Leerjaar 2
Les 1 Vergrotingsfactor
February 2024
- Lesson with
25 slides
Wiskunde
Middelbare school
vmbo b
Leerjaar 2
Herhaling 6.1 + 6.2
April 2024
- Lesson with
40 slides
Wiskunde
Middelbare school
vmbo b
Leerjaar 2
6.1 vergrotingsfactor
January 2022
- Lesson with
27 slides
Wiskunde
Middelbare school
vmbo b
Leerjaar 2
6.1 Vergrotingsfactor
May 2023
- Lesson with
10 slides
Wiskunde
Middelbare school
vmbo b
Leerjaar 2