This lesson contains 21 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.
Lesson duration is: 45 min
Items in this lesson
Ontwikkelingen van het leven op aarde
4.4 Ontwikkeling van het
leven op aarde
Slide 1 - Slide
Wat gaan we deze les doen?
Leerdoelen: Aan het einde van de les -kun je uitleggen hoe het leven op aarde is ontstaan -kun je een geologische tijdschaal aflezen
- Opdrachten 29 tm 31, 36, 37 maken en afsluiting
Slide 2 - Slide
Ontwikkelingen van het leven op aarde
De aarde bestaat ongeveer:
4,6 miljard jaar
dit is 4600 miljoen jaar
dit is 4.600.000.000 jaar
Slide 3 - Slide
Geologische
tijdschaal
Een tijdperk is een
lange periode waarin veel gebeurd
is.
Slide 4 - Slide
film Hoe ontstaat het leven op aarde?
Bekijk het filmpje en maak opdr. 33 (blz. 164)
schrijf tijdens de film de volgorde op hoe het leven op aarde ontstaat:
Begin hiermee:
- 4,6 miljard jaar geleden: vulkanen en lava
- aarde koelt af en zeeën ontstaan
Slide 5 - Slide
Slide 6 - Video
Aan de slag
Maak opdracht 29 t/m 31, 36, 37 in je werkboek.
Klaar? Laat het controleren en kijk de opdrachten na!
Slide 7 - Slide
Ontwikkelingen van het leven op aarde
Tijdbalk van de geschiedenis van de aarde
Slide 8 - Slide
Ontwikkelingen van het leven op aarde
Geologische tijdschaal
Deze is onderverdeeld in tijdperken
De tijdperken zijn weer onderverdeeld in perioden
Slide 9 - Slide
Ontwikkelingen van het leven op aarde
Soorten die een gemeenschappelijke voorouder hebben, vertonen verwantschap
Hoe jonger de gemeenschappelijke voorouder in een stamboom zit, hoe verwanter groepen zijn.
Stambomen en verwantschap
Slide 10 - Slide
Ontwikkelingen van het leven op aarde
De stamboom van het leven
Bredere lijnen zijn grotere aantallen (bloeitijd)
Slide 11 - Slide
Slide 12 - Video
Ontwikkelingen van het leven op aarde
De mens stamt niet af van de apen, maar apen en mensen hebben dezelfde gemeenschappelijke voorouder
Slide 13 - Slide
Een geologische tijdschaal is ingedeeld in tijdperken
A
Juist
B
Onjuist
Slide 14 - Quiz
Hoe herken je in een stamboom een bloeiperiode van een groep organismen (dat er heel veel van zijn)?
A
De lijnen worden dikker
B
De lijnen worden dunner
C
De lijnen veranderen van kleur
Slide 15 - Quiz
Welke soort is het meest recent ontstaan: A of C?
A
A
B
C
Slide 16 - Quiz
Soort B toont het meeste verwantschap met soort: A of C?
A
A
B
C
Slide 17 - Quiz
Er worden twee uitspraken gedaan
1- De lippenbeer is meer verwant aan de bruine beer dan aan de brilbeer. 2- De voorouders van de reuzenpanda begonnen hun ontwikkeling als aparte groep meer dan 24 miljoen jaar geleden.
zijn deze uitspraken juist?
A
geen van beide zijn juist
B
beide zijn juist
C
alleen de 1e is juist
D
alleen de 2e is juist
Slide 18 - Quiz
Wat is het verschil tussen familiestamboom en een evolutionaire stamboom?