This lesson contains 16 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.
Lesson duration is: 45 min
Items in this lesson
Paragraaf 6
van Bruto naar netto
Hoofdstuk 5
Werk voor de overheid
Slide 1 - Slide
Wat gaan we doen?
Herhalen Hoofdstuk 5 paragraaf 5
Uitleg Hoofdstuk 5 paragraaf 6
Zelf aan de slag !
Slide 2 - Slide
Voor welke uitkering komt geen enkele jongere in aanmerking?
A
WAO
B
AOW
C
Wajong
D
WW
Slide 3 - Quiz
Rik is 18+ en heeft in 2019 nog een jonger zusje van 11 jaar en een broer van 17 jaar. Bekijk de bron en laat de eventuele kinderbijslag van Rik buiten beschouwing.
Hoeveel kinderbijslag krijgen Riks ouders in 2019?
Slide 4 - Open question
Bekijk de bron. In 2014 hadden 64,9 van elke honderd inwoners ouder dan 15 jaar een betaalde baan.
Hoeveel procent van de bevolking was niet-actief in 2014?
Slide 5 - Open question
Leerdoelen
Ik kan uitleggen wat de werkgever allemaal inhoudt op je brutoloon.
Slide 6 - Slide
Slide 7 - Video
Werkgever houdt in op brutoloon
Loonheffing: inkomstenbelasting en premies voor de volksverzekeringen(AOW)
sociale premies:
voor werknemersverzekering (WW),
zorgverzekering en pensioen.
Slide 8 - Slide
Progressief belastingtarief
Hoe hoger je inkomen is, hoe groter het PERCENTAGE is dat je aan loonheffing betaalt.
Inkomstenbelasting (belasting die ze betalen over hun inkomen)
Premie volksverzekeringen ( sociale verzekering die geldt voor gehele bevolking)
betalen ze over de nettowinst van hun bedrijf.
Slide 12 - Slide
Progressieve loonbelasting = Het belastingpercentage daalt naarmate het inkomen stijgt.
A
waar
B
niet waar
Slide 13 - Quiz
Hoeveel procent van haar salaris is Susan kwijt aan loonheffing? Rond af op één decimaal.
Slide 14 - Open question
Bekijk het loonstrookje van Gerrit van Wiegum (bron). Gerrit verdient € 1.077,05. Dat is het minimumjeugdloon voor zijn leeftijd. Hij krijgt € 44 per maand als bijdrage in de reiskosten. De loonbelasting is € 65 en de premies volksverzekeringen zijn € 152,55,
Sleep de bedragen naar de juiste plek op de loonstrook.