Zelfredzaamheid met mobiliteit verbeteren

Zelfredzaamheid met mobiliteit verbeteren

Module begeleiden in zorg
Week 8 Lesdag 6
1 / 16
next
Slide 1: Slide
Verpleging en verzorgingMBOStudiejaar 1

This lesson contains 16 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Zelfredzaamheid met mobiliteit verbeteren

Module begeleiden in zorg
Week 8 Lesdag 6

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Leerdoelen
Na deze les weet je wat zelfredzaamheid is en heb je weet van de hulpmiddelen die je kunt inzetten.

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Wat is zelfredzaamheid?

Slide 3 - Mind map

This item has no instructions

Zelfredzaamheid 
* vermogen om ADL zelfstandig te doen 
* persoonlijke verzorging 
* huishouding 

Jouw rol: ondersteunen wanneer het niet lukt
Regelen van bijvoorbeeld: hulpmiddelen 

Slide 4 - Slide

This item has no instructions

Zelfmanagement

- omgaan met de ziekte
-leven met de ziekte 
* aandoening wordt optimaal ingepast in het leven 

Slide 5 - Slide

This item has no instructions

Rol hierin als hulpverlener 
- ondersteunen bij managen van ziekte cliënt
* advies, instructie en voorlichting over zelfbehandeling
* stimuleer actief deel te nemen over eigen zorg (besluitvorming)

Slide 6 - Slide

This item has no instructions

Voordelen zelfmanagement
- ziektebewustzijn neemt toe
- therapietrouw (er)
* leidt tot verlaging van de maatschappelijke gezondheidskosten 

Slide 7 - Slide

This item has no instructions

Versterken eigen kracht 
- balans tussen overnemen en overlaten
- benoem wat er goed gaat
- cliënt prikkelen en uitdagen
- aanleren van vaardigheden 

Slide 8 - Slide

This item has no instructions

Handige instrumenten 
Zelfredzaamheidsmeter (Vilans) 
Mantelscan 

Slide 9 - Slide

This item has no instructions

Wat betekent mobiliteit?
A
Lopen
B
Tillen
C
Staan
D
Bewegen

Slide 10 - Quiz

This item has no instructions

Gestoorde Mobiliteit
  • Er is sprake van verminderde mobiliteit.
  • Een mobiliteitsbeperking komt veelal voor bij ouderen. 
  • Bij mensen boven de 75 jaar heeft ongeveer 40% last van een beperking.
  • Een beperking kan ontstaan door aandoeningen zoals bijv. artrose, reuma, astma, beroerte of aangeboren aandoeningen 
  • Om de mobiliteit te ondersteunen kun je hulpmiddelen gebruiken
  • Functionele achteruitgang

Slide 11 - Slide

This item has no instructions

Gestoorde stabiliteit
  • Evenwichtsstoornissen
  • Snel vallen, struikelen
  • Angst 
  • Conditie- en spierafname,
  • Medicatie gebruik

Slide 12 - Slide

• Bloeddrukdaling
• Ziekte van Ménière
• Diabetes mellitus type II
Bij een hypo(glycemie) is het bloedsuikergehalte lager dan 3,8 millimol per liter. Op dat moment kunnen duizeligheid en flauwvallen het gevolg zijn.
• Beroerte
Hierbij gaat er iets mis met de bloedcirculatie in de hersenen. Een beroerte kan een hersenbloeding of een herseninfarct betreffen. Doordat er iets misgaat in de bloedcirculatie, functioneert een deel van de hersenen niet meer. Mogelijke symptomen zijn naast verlammingen, duizeligheid in combinatie met evenwichtsstoornissen.
• Oorontstekingen
• Slechter zicht
• Bepaalde medicijnen
Sommige medicijnen vergroten de kans op vallen. Bijwerkingen zoals bloeddrukdaling, spierverslapping en slaperigheid kunnen hiervan de oorzaken zijn.
• Dementie
Bij dementie verwerken de hersenen informatie niet meer. Het eerste symptoom is vaak dat iemand problemen met het geheugen krijgt. Maar ook problemen met de oriëntatie en evenwichtsstoornissen zijn symptomen.

Mobiliteitsklassen

Slide 13 - Slide

This item has no instructions

Beantwoord in je groepje de volgende vragen en presenteer je antwoorden aan de klas
1. Wat betekent de mobiliteitsklasse
2. Wat betekent de mobiliteitsklasse voor de zorgvrager
3. Welke hulpmiddelen pas je toe bij deze mobiliteitsklasse
4. Leg uit hoe de hulpmiddelen die je gebruikt werken
5. Welke transfermethode pas je toe bij de mobiliteitsklasse

Slide 14 - Slide

This item has no instructions

Vragen

Slide 15 - Slide

This item has no instructions

Slide 16 - Slide

This item has no instructions