This lesson contains 53 slides, with interactive quizzes and 1 video.
Items in this lesson
Slide 1 - Video
Mirre telt snoepjes: 124 apenkoppen, 112 zure matten en 63 dropjes. Hoeveel snoepjes zijn er in totaal.
Slide 2 - Open question
Hoeveel is het dubbele van 16?
Slide 3 - Open question
Wat is het dubbele?
30
20
40
15
10
20
Slide 4 - Drag question
Mees heeft 3 briefjes van 10 euro , 5 munten van 2 euro en 8 munten van 50 cent. Hoeveel geld heeft Mees in totaal?
Slide 5 - Open question
360:6=
Slide 6 - Open question
100x63=
Slide 7 - Open question
Jochem heeft 49 lolly's gekocht, hij verdeelt de lolly's en doet in ieder zakje 6 lolly's. Hoeveel lolly's houdt hij over?
Slide 8 - Open question
18:3=
63:7=
25:5=
12:4=
5
9
3
6
Slide 9 - Drag question
Ruben heeft een zak suiker met 760 gram daar in , hoeveel moet hij er nog bij doen om 1 kilo te krijgen?
Slide 10 - Open question
Mae koopt 12 spelletjes. Ieder spelletje kost 4 euro. Maaike koopt 13 spelletjes die 3 euro kosten per stuk. Hoeveel geld geven ze samen uit aan spelletjes?
Slide 11 - Open question
210:3=
Slide 12 - Open question
schrijf op in getallen: vijfentwintighonderd drieënvijftig
Slide 13 - Open question
Er gaan 18 batterijen in de machine. In elke doos passen 6 batterijen. Hoeveel dozen heb je nodig?
A
2
B
4
C
5
D
3
Slide 14 - Quiz
In een doosje zitten 13 potloden. Ik heb 130 potloden nodig. Hoeveel doosjes moet Manelin kopen?
Slide 15 - Open question
Boy moet om kwart voor elf thuis zijn. Het is nu 10.05. Over hoeveel minuten moet hij thuis zijn?
Slide 16 - Open question
09:00
12:30
22:30
17:30
17:00
Sleep de klokken naar de juiste tijd.
Slide 17 - Drag question
320+.........= 809
Slide 18 - Open question
6x25=
Slide 19 - Open question
6000 meter is hoeveel kilometer?
Slide 20 - Open question
90:2=
Slide 21 - Open question
65+10-23=
Slide 22 - Open question
30 : 6 =
Slide 23 - Open question
Bij een skatewedstrijd doen 63 kinderen uit groep 7 en groep 8 mee. Uit groep 7 doen er 31 kinderen mee. Hoeveel kinderen uit groep 8 doen er mee?
Slide 24 - Open question
Bij een zwemvierdaagse doen 46 kinderen uit groep 5 en groep 6 mee. Uit groep 5 doen er 18 kinderen mee. Hoeveel kinderen uit groep 6 doen er mee?
Slide 25 - Open question
Slide 26 - Open question
Slide 27 - Open question
Slide 28 - Open question
Slide 29 - Open question
Een knuffel kost 7 munten. Hoeveel kosten 6 knuffels?
Slide 30 - Open question
Een diamant kost 8 munten. Hoeveel kosten 6 diamanten?
Slide 31 - Open question
36 = 6 x ? want 36 : 6 = ?
Slide 32 - Open question
35 : 7 = ? want ? x 7 = 35
Slide 33 - Open question
25 : 5 = ? want ? x 5 = 25
Slide 34 - Open question
Reken uit: 16 + 16 =
Slide 35 - Open question
Wat is de tiende maand?
Slide 36 - Open question
Hoeveel seconden zitten er in een minuut?
Slide 37 - Open question
Zet de maanden in de goede volgorde
maand 1
maand 2
maand 3
maand 4
maand 5
maand 6
maand 7
maand 8
maand 9
maand 10
maand 11
maand 12
maart
december
januari
oktober
februari
juni
mei
september
november
april
augustus
juli
Slide 38 - Drag question
Wat is de vijfde maand?
Slide 39 - Open question
Hoeveel maanden zitten er in een jaar?
Slide 40 - Open question
Hoeveel uren zitten er in een dag?
Slide 41 - Open question
09:00
12:30
22:30
17:30
17:00
Sleep de klokken naar de juiste tijd.
Slide 42 - Drag question
Tess heeft 73 euro. Ze wil aan haar vriendinnen ieder 10 euro geven. Hoeveel vriendinnen kan ze 10 euro geven?
Slide 43 - Open question
Melike en Mariam gaan met moeder een dagje naar de dierentuin. Ze moeten 95 km rijden. Na 74 km nemen ze pauze. Hoe ver moeten ze dan nog? ... km
Slide 44 - Open question
Ali heeft 35 boekjes. Nadat hij er wat heeft weggegeven heeft hij er nog maar 24. Hoeveel heeft hij er weggegeven?
Slide 45 - Open question
De moeder van Naomi is 44 jaar oud. Naomi is zelf 6 jaar. Hoeveel jaar is Naomi's moeder ouder dan Naomi? ... jaar
Slide 46 - Open question
Welke digitale tijden horen bij deze klok?
A
01.00 en 13.00
B
08.00 en 20.00
C
06.00 en 18.00
D
09.00 en 21.00
Slide 47 - Quiz
Welke digitale tijden horen bij deze klok?
A
07.00 en 19.00
B
05.00 en 17.00
C
04.00 en 16.00
D
12.00 en 00.00
Slide 48 - Quiz
Welke digitale tijden horen bij deze klok?
A
02.00 en 14.00
B
08.00 en 20.00
C
05.00 en 17.00
D
09.00 en 21.00
Slide 49 - Quiz
Welke digitale tijden horen bij deze klok?
A
06.00 en 18.00
B
09.00 en 21.00
C
05.00 en 17.00
D
03.00 en 15.00
Slide 50 - Quiz
Hoe laat is het?
A
9:00
B
11:45
C
12:45
D
9:55
Slide 51 - Quiz
Hoe laat is het?
A
5:00
B
12:25
C
1:25
D
6:00
Slide 52 - Quiz
Rylan gaat knikkeren met 50 knikkers. Hij verliest er 36 en wint er 16. Hoeveel knikkers houdt hij over?