Veelgemaakte spelfouten

Welkom bij Nederlands A3A; 11.45-12.30 // 12.30-13.00

  • Bespreken veelgemaakte fouten  

  • Zinnen met fouten -> verbeteren en bespreken 

  • Lezen in je leesboek // werken aan je boekopdracht 
1 / 12
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 5

This lesson contains 12 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.

Items in this lesson

Welkom bij Nederlands A3A; 11.45-12.30 // 12.30-13.00

  • Bespreken veelgemaakte fouten  

  • Zinnen met fouten -> verbeteren en bespreken 

  • Lezen in je leesboek // werken aan je boekopdracht 

Slide 1 - Slide

Veelgemaakte fouten

Slide 2 - Slide

Welke zin is juist?
A
Zij wil een ijsje.
B
Zij wilt een ijsje.

Slide 3 - Quiz

Willen
Willen lijkt een regelmatig werkwoord, maar dat is het niet. Want in de derde persoon enkelvoud gaat de regel stam+t niet op. Oftewel, wanneer je het over hij of zij hebt, of over Jan of Truus, komt er dus geen -t bij.

Slide 4 - Slide

Welke zin is juist?
A
Hij is sneller dan mij.
B
Hij is sneller als mij.
C
Hij is sneller dan ik.
D
Hij is sneller als ik.

Slide 5 - Quiz

Slide 6 - Video

Welke zin is juist?
A
Doe eens even normaal!
B
Doe is even normaal!
C
Doe 'ns even normaal!

Slide 7 - Quiz

Slide 8 - Video

Welke zin is juist?
A
Me zusje wil een unicorn.
B
Mijn zusje wil een unicorn.
C
Men zusje wil een unicorn.
D
M'n zusje wil een unicorn.

Slide 9 - Quiz

Slide 10 - Slide

Verbeter onderstaande zinnen (in tweetallen) 
1. Hij nam vaak het iniatief in de monopyvorming.
2. Hij wilt graag dit grootte europese probleem oplossen. 
3. Als je niet meedoet ben je al snel inkompetent. 
4. Je werk veranderd niet gedurende tien jaar. 
5. Flexiebilisering heeft als gevolg dat je dezelfde functie houd. 
6. Sultan verwoeste een stuk kunst. 

Slide 11 - Slide

Verbeteringen 
1. Hij nam vaak het iniatief in de monopyvorming.
1. Hij nam vaak het initiatief in de monopolyvorming
2. Hij wilt graag dit grootte europese probleem oplossen.
2. Hij wil graag dit grote probleem oplossen  
3. Als je niet meedoet ben je al snel inkompetent. 
3. Als je niet meedoet, ben je als snel incompetent

Slide 12 - Slide