BS2 - Zenuwcellen en zenuwen

• Biologie
• Middelbare school
• vmbo k
• Leerjaar 4

Thema 3

Erfelijkheid en evolutie

Basisstof 1 - Genotype en fenotype

Thema 9 - Regeling

Basisstof 2 

Zenuwcellen en zenuwen

Deze les leer je:

• De onderdelen van een zenuwcel benoemen.

• Drie typen zenuwcellen kennen met hun functies en kenmerken.

• Wat een zenuw is.

• Drie typen zenuwen kennen met hun kenmerken.  

Lesplanning:

- Wat weet je nog?

- Uitleg en samen lezen - BS 2

- Zelfstandig maken opdracht 1 t/m 7

- Nakijken

- Les samenvatting & Begrippen

Uitleg BS2 - Zenuwcellen en zenuwen

Impulsen verplaatsen zich door het zenuwstelsel via zenuwcellen. 

ZENUWCEL

- Cellichaam

- Uitlopers (kunnen meer dan een meter lang zijn)

3 TYPEN ZENUWCELLEN

- Gevoelszenuwcellen

- Bewegingszenuwcellen

- Schakelcellen

Uitleg BS2 - Zenuwcellen en zenuwen

GEVOELSZENUWCELLEN

Functie: Impulsen geleiden VAN zintuigen NAAR het centrale zenuwstelsel.

Cellichamen liggen vlakbij het centrale zenuwstelsel.

1 lange uitloper die impulsen NAAR het cellichaam toe geleidt.

Korte uitloper geleidt impulsen VAN het cellichaam NAAR het centrale zenuwstelsel. 

Uitleg BS2 - Zenuwcellen en zenuwen

BEWEGINGSZENUWCELLEN

Functie: Impulsen geleiden VAN het centrale zenuwstelsel NAAR spieren of klieren.

Cellichamen liggen IN het centrale zenuwstelsel.

1 lange uitloper die impulsen VAN het cellichaam NAAR spieren of klieren geleidt.

Cellichaam heeft veel vertakkingen - Contact hebben met verschillende schakelcellen. 

Uitleg BS2 - Zenuwcellen en zenuwen

SCHAKELCELLEN

Functie: Impulsen geleiden BINNEN het centrale zenuwstelsel.

Schakelcellen verbinden zenuwcellen met elkaar. 

Schakelcellen liggen IN HUN GEHEEL in het centrale zenuwstelsel. 

Uitleg BS2 - Zenuwcellen en zenuwen

Uitleg BS2 - Zenuwcellen en zenuwen

Uitleg BS2 - Zenuwcellen en zenuwen

ZENUW

Bundel uitlopers van zenuwcellen, omgeven

door een laag bindweefsel.

Rondom elke uitloper in een zenuw ligt een dun, isolerend laagje.

Dit laagje scheidt de uitlopers van elkaar.

Impulsen kunnen zo NIET overspringen.

Rondom een zenuw ligt stevig bindweefsel - Bescherming van de zenuw. 

Uitleg BS2 - Zenuwcellen en zenuwen

3 typen zenuwen

• Gevoelszenuw - Bevat alleen uitlopers van gevoelszenuwcellen.
• Bewegingszenuw - Bevat alleen uitlopers van bewegingszenuwcellen.
• Gemengde zenuw - Bevat uitlopers van gevoelszenuwcellen en bewegingszenuwcellen. 

Meeste zenuwen in het lichaam zijn gemengde zenuwen. 

- Impulsen van en naar je romp en ledematen gaan via het ruggenmerg naar de hersenen.

- Impulsen van en naar je hoofd en hals gaan via de hersenstam (NIET VIA RUGGENMERG).

Aan de slag!

Maken opdrachten 1 t/m 7 in stilte

Klaar met de opdrachten - Nakijken

Wat hebben we geleerd in BS2?

Even een paar vragen.....

Wat hebben we geleerd in BS2?

Impulsen verplaatsen zich door het zenuwstelsel via zenuwcellen.

Zenuwcel bestaat uit cellichaam en uitlopers (kunnen meer dan een meter lang zijn).

3 typen zenuwcellen:

- Gevoelszenuwcellen

- Bewegingszenuwcellen

- Schakelcellen

Gevoelszenuwcellen geleiden impulsen VAN zintuigen NAAR het centrale zenuwstelsel.

Cellichamen liggen vlakbij het centrale zenuwstelsel.

- 1 lange uitloper die impulsen NAAR het cellichaam toe geleidt.

- Korte uitloper geleidt impulsen VAN het cellichaam NAAR het centrale zenuwstelsel. 

Wat hebben we geleerd in BS2?

Bewegingszenuwcellen geleiden impulsen VAN het centrale zenuwstelsel NAAR spieren of klieren.

Cellichamen liggen IN het centrale zenuwstelsel.

- 1 lange uitloper die impulsen VAN het cellichaam NAAR spieren of klieren geleidt.

- Cellichaam heeft veel vertakkingen - Contact hebben met verschillende schakelcellen. 

Schakelcellen geleiden impulsen BINNEN het centrale zenuwstelsel.

Schakelcellen verbinden zenuwcellen met elkaar.

Schakelcellen liggen IN HUN GEHEEL in het centrale zenuwstelsel. 

Zenuw - Bundel uitlopers van zenuwcellen, omgeven door een laag bindweefsel (een stevige laag die zorgt voor bescherming).

Elke uitloper is omgeven door een isolerend laagje.

Zenuwen verbinden het centrale zenuwstelsel met alle lichaamsdelen. 

Wat hebben we geleerd in BS2?

3 typen zenuwen:

- Gevoelszenuw - Bevat alleen uitlopers van gevoelszenuwcellen.

- Bewegingszenuw - Bevat alleen uitlopers van bewegingszenuwcellen.

- Gemengde zenuw - Bevat uitlopers van gevoelszenuwcellen en bewegingszenuwcellen.

Meeste zenuwen in het lichaam zijn gemengde zenuwen.

Impulsen van en naar je romp en ledematen gaan via het ruggenmerg naar de hersenen.

Impulsen van en naar je hoofd en hals gaan via de hersenstam (NIET VIA RUGGENMERG).

Begrippen BS2

Zenuwcel - Cel die bestaat uit een cellichaam en uitlopers.

Uitloper - Deel van een zenuwcel voor het doorgeven van impulsen, omgeven door een isolerend laagje.

Cellichaam - Deel van een zenuwcel waarin zich de kern bevindt.

Gevoelszenuwcel - Cel die impulsen geleidt van een zintuig naar het centrale zenuwstelsel.

Bewegingszenuwcel - Cel die impulsen geleidt van het centrale zenuwstelsel naar een spier of klier.

Schakelcel - Cel die impulsen geleidt binnen het centrale zenuwstelsel.

Zenuw - Verbindt het centrale zenuwstelsel met alle lichaamsdelen.

Gevoelszenuw - Zenuw die alleen uitlopers van gevoelszenuwcellen bevat.

Bewegingszenuw - Zenuw die alleen uitlopers van bewegingszenuwcellen bevat.

Gemengde zenuw - Zenuw die uitlopers van gevoelszenuwcellen en bewegingszenuwcellen bevat. 

Huiswerk voor de volgende les:

Basisstof 2 van Thema 9

Opdracht 1 t/m 7 maken en nakijken.

Leren basisstof 2