Evalueren van een tekst

• Nederlands
• Middelbare school
• vmbo b
• Leerjaar 5

Evalueren van een tekst

•  Betrouwbaarheid en bruikbaarheid van een tekst beoordelen
• de opbouw van een tekst herkennen

Wat vind je NIET terug in de inleiding? Twee goede antwoorden

1. Hoofdgedachte
2. Anekdote
3. Iets over de opbouw van de tekst
4. Conclusie

Hoe trekt de schrijver de aandacht in de inleiding van de tekst?

1. Door een anekdote te vertellen.
2. Door de opbouw van de tekst te beschrijven.
3. Door de aanleiding van het schrijven te noemen.
4. Door een korte samenvatting te geven.

Voorbeelden van onafhankelijke organisaties zijn:

Amnesty International (mensenrechten), 

Artsen zonder Grenzen, 

Greenpeace (milieu), 

War Child (oorlogskinderen )en 

WWF (World Wide Fund of Nature).

Is deze tekst betrouwbaar?

1. Ja, het is een krantenartikel
2. Nee, het is een krantenartikel
3. Nee, ik weet niet of het artikel actueel is.
4. Ja, het gaat over het rijksmuseum

Hoe is de opbouw van een tekst?

1. Inleiding en kern
2. Inleiding, kern en slot
3. Kern en slot
4. Inleiding en slot

De hoofdgedachte vind je ...

1. door de titel en de tussenkopjes te lezen.
2. door het onderwerp te zoeken en te vertellen wat er daarvan wordt gezegd.
3. door alle alinea's te lezen.
4. door de tekst intensief te lezen.

a. Boven in het scherm staat de titel 'Hoe laad ik mijn elektrische auto op?' Bekijk ook de titel in de video zelf. Bij welk tekstdoel passen beide titels?

1. informeren
2. overtuigen
3. instrueren

2. Wat is het belangrijkste doel van deze advertentie?

1. mensen aansporen om op zoek te gaan naar nepnieuws
2. mensen informeren over het bestaan van nepnieuws
3. mensen overhalen om kritisch naar nieuwsberichten te kijken
4. mensen overtuigen van het belang van nieuwsberichten

Welk antwoord klopt er niet?
In het slot van een tekst vind je:

1. beantwoorden vraag, toekomstverwachting, advies
2. opbouw van de tekst, toekomstverwachting, conclusie
3. advies, conclusie, korte samenvatting

Als je wilt dat een tekst betrouwbaar is, let je op:

1. De Bron en de schrijver
2. Het doel en de bron
3. De schrijver en het doel
4. De bron, de schrijver en het doel

Opdracht 

Maken: hoofdstuk 7.2 Evalueren: opdracht 1 tot en met 7- blz. 92 t/m 96.

Na 10 minuten bespreken we deze opdracht.

Eerder klaar? Ga dan verder met opdracht 7 t/m 9. 

Opdracht in de les: 

Maken: hoofdstuk 7.2 Evalueren: opdracht 8 tot en met 23 vanaf blz.  97 t/m 109. Na 25 minuten kijk je de opdrachten zelf na.

Eerder klaar? Neem de samenvatting van dit hoofdstuk goed door : blz. 126 t/m 130.