This lesson contains 17 slides, with interactive quizzes and text slides.
Lesson duration is: 45 min
Items in this lesson
Schrijfvaardigheid 2
Slide 1 - Slide
word order
Weet jij de juiste woordvolgorde nog van een Engelse zin?
Maak de sleepopdracht in de volgende dia.
Slide 2 - Slide
1
2
3
4
5
wat/wie
doet
wanneer
wie
waar
Slide 3 - Drag question
Maak een zin van minstens 7 woorden met de juiste woordvolgorde. Gebruik het werkwoord 'study' (de vorm mag je veranderen)
Slide 4 - Open question
Adverbs of frequency
=
Woorden die aangeven hoe vaak iemand iets doet
Slide 5 - Slide
Adverbs of frequency
Adverbs of frequency
Slide 6 - Slide
Waar staan adverbs of frequency?
You always walk to school -> komt voor het werkwoord
I am sometimes late for school -> komt na het werkwoord to be
I have never walked to school -> komt voor het laatste w.w.
Slide 7 - Slide
Choose the sentence with the correct word order.
A
They often go out in the weekends.
B
They go often out in the weekends.
Slide 8 - Quiz
What is the correct word order?
A
They never are on time.
B
They are never on time.
Slide 9 - Quiz
Choose the sentence with the correct word order.
A
I always am happy.
B
I am always happy.
C
I am happy always.
D
Always I am happy.
Slide 10 - Quiz
Choose the sentence with the correct word order.
A
We are never late for class.
B
We never are late for class.
Slide 11 - Quiz
What is the correct word order?
A
You have been never there.
B
You never have been there.
C
You have been there never.
D
You've never been there.
Slide 12 - Quiz
Opdracht
In de volgende dia vind je een link naar een site met oefenzinnen. Maak deze en check je antwoorden.
Maak een screenshot van je resultaat (houd je iPad in de lengte om de hele site erop te krijgen) en upload deze in LessonUp in de dia die hierna komt.
Slide 13 - Slide
www.englisch-hilfen.de
Slide 14 - Link
Upload hier de foto van jouw resultaat
Slide 15 - Open question
Schrijfopdracht: Je hebt contact met David uit London. Hij wil graag weten hoe jouw weekend er meestal uit ziet. Schrijf hem een berichtje waar je uitlegt wat jij in het weekend doet. Gebruik minstens 75 woorden.
Slide 16 - Open question
Klaar met de opdracht?
Ga naar Quizlet en oefen de D woorden van examenidioom.