Les 55 - trappen van vergelijking

Welkom
Raad eens

Waarom ik iets anders zeg
dan ik bedoel

Waarom ik in de klas almaar
mijn gedachten versleutel

Waarom ik klaag over m'n moeder
terwijl het eigenlijk over m'n vader gaat

Waarom ik je verrot scheld, terwijl ik
het liefst onder je vleugels zou kruipen

Waarom ik een steen door een ruit gooi,
terwijl het domweg mijn eigen glazen zijn

Doe het, raad het
Alsjeblieft

Dan hoef ik het niet langer
geheim te houden                                               (N. de Vries)





1 / 10
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 1

This lesson contains 10 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Welkom
Raad eens

Waarom ik iets anders zeg
dan ik bedoel

Waarom ik in de klas almaar
mijn gedachten versleutel

Waarom ik klaag over m'n moeder
terwijl het eigenlijk over m'n vader gaat

Waarom ik je verrot scheld, terwijl ik
het liefst onder je vleugels zou kruipen

Waarom ik een steen door een ruit gooi,
terwijl het domweg mijn eigen glazen zijn

Doe het, raad het
Alsjeblieft

Dan hoef ik het niet langer
geheim te houden                                               (N. de Vries)





Slide 1 - Slide

Wat gaan we doen vandaag?
  • De doelen voor deze week bespreken
  • 10 minuten lezen
  • Uitleg les 55 - trappen van vergelijking
  • Aan de slag!
  • Afsluiten van de les


Slide 2 - Slide

Wat ga je deze week leren?
  • Ik weet op welke manieren een bn gevormd kan worden.
  • Ik weet hoe ik goede zinnen schrijf
  • Ik weet hoe ik zinnen mooier kan maken.


Slide 3 - Slide

Lezen
timer
10:00

Slide 4 - Slide

Toets vrijdag 17 maart
  • Les 43 t/m 56 
Je kunt voorzetsels herkennen en gebruiken.
Je weet wat je moet doen als je moeilijke woorden tegenkomt in een tekst.
Je weet wat je moet doen als je moeilijke zinnen tegenkomt in een tekst.
Je kunt persoonlijk voornaamwoorden herkennen en gebruiken
Je kunt bezittelijk voornaamwoorden herkennen en gebruiken
Je kunt bijvoeglijk naamwoorden herkennen gebruiken
Je kunt de trappen van vergelijking gebruiken

Je weet hoe je zinnen moet formuleren

Je weet hoe je spanning moet creëren


Slide 5 - Slide

Aan de slag
Schrijf op: wat moet er op de puntjes als je wil dat het steeds beter wordt? 

een mooie auto
een ......... auto
de ....... auto 

Slide 6 - Slide

Trappen van vergelijking
Stellende trap: mooi / goed / nors / zuur
Vergrotende trap: mooier / beter / norser / zuurder
Overtreffende trap: mooist / best / norst / zuurst

Slide 7 - Slide

Aan de slag: les 55
Maak opdracht: 1 en 3 van les 55

Daarna ga je verder met je schrijfopdracht 

Slide 8 - Slide

Aan de slag!
Je gaat deze week een tekst schrijven voor in een reclamefolder. Daar werken we iedere les aan. Je wilt dat als mensen jouw tekst lezen, ze het product gaan kopen. Je kiest uit: een badeend of een fietsbel
Wat moet er in de tekst staan? 
- 150 woorden
- 15 bijvoeglijk naamwoorden
- de prijs van het product
- waar het van gemaakt  is /wat je ermee kan / wat er zo goed aan is

Slide 9 - Slide

Tot donderdag!
  • Zijn er nog vragen? 

Slide 10 - Slide