dinsdag

Dinsdag 19 november
Lesuur
Docent
Lesuur
Docent
08.30 - 09.00 uur Inloop
12.35 - 13.05 uur pauze
09.15 - 10.00 uur NT2
mevrouw Mieke/Rotana
13.05 - 13.50 uur NT2 - dictee
mevrouw Mieke
10.00 - 10.45 uur rekenen
mevrouw Amber
13.50 - 14.35 uur NT2 - herhaling woorden
mevrouw Mieke
10.45 - 11.05 uur pauze
11.05 - 11.50 uur NT2
mevrouw Mieke/Rotana
11.50 - 12.35 uur NT2
mevrouw Mieke
1 / 10
next
Slide 1: Slide
NT2ISK

This lesson contains 10 slides, with text slides.

Items in this lesson

Dinsdag 19 november
Lesuur
Docent
Lesuur
Docent
08.30 - 09.00 uur Inloop
12.35 - 13.05 uur pauze
09.15 - 10.00 uur NT2
mevrouw Mieke/Rotana
13.05 - 13.50 uur NT2 - dictee
mevrouw Mieke
10.00 - 10.45 uur rekenen
mevrouw Amber
13.50 - 14.35 uur NT2 - herhaling woorden
mevrouw Mieke
10.45 - 11.05 uur pauze
11.05 - 11.50 uur NT2
mevrouw Mieke/Rotana
11.50 - 12.35 uur NT2
mevrouw Mieke

Slide 1 - Slide

Thema 4

* samen 39, 42

instructie les 4.6
*samen 43, 44, 45 

* maak de computeropdrachten 4.6


Thema 8

zelfstandig werken les 8.8, 8.9

*  maak de computeropdrachten bij 8.8 en 8.9


Slide 2 - Slide

Rekenen
Meneer Amber komt in de klas en gaat met jullie rekenen/wiskunde doen.

Slide 3 - Slide

Pauze
  • Waar is de pauze?
  • Wat mag wel en wat mag niet in de pauze?
  • Waar mag je buiten zijn in de pauze? 

Slide 4 - Slide

Thema 4

* nieuwe woorden die door de school hangen
(voorbereiding thema 5)

Thema 8
instructie les 8.10

* samen 72 woorden in schrift
* zelfstandig 73 t/m 80


Slide 5 - Slide

Dictee  4.2 / lezen in leesboek
1. Jij gaat naar binnen.
2. Zij komt thuis.
3. Ik ga naar boven.
4. Wij komen vrijdag.
5. Jullie gaan naar huis.
6. Zij komen niet.
7. Gaan jullie naar de markt?
8. Kom jij zaterdag?
9. Hij staat op het balkon.
10. Zij staan buiten.


Slide 6 - Slide

Lezen in leesboek / dictee  8.1
1. Filip woont op een boerderij.
2. Hij heeft veel dieren.
3. De hond en de kat leven in huis.
4. De andere dieren lopen buiten.
5. Filip heeft bijna tweehonderd koeien.
6. Hij heeft ongeveer twintig schapen.
7. Soms is hij zijn kinderen kwijt.
8. Ze zijn dan bij het paard.
9. Of ze lopen met de hond.
10. De buurman van Filip heeft alleen een dik varken.


Slide 7 - Slide

Pauze
  • Waar is de pauze?
  • Wat mag wel en wat mag niet in de pauze?
  • Waar mag je buiten zijn in de pauze? 

Slide 8 - Slide

grammatica
groep thema 4

* zinnen maken
* Hij of zij
grammatica
groep thema 8

* zinnen maken met twee werkwoorden

* vul de goede vorm in van: willen/mogen/kunnen/zullen/moeten/komen

Slide 9 - Slide

woorden uitbeelden, tekenen, woordslang

* voorwerpen in hel lokaal omschrijven > raden
* woorden uit thema 4 (8) tekenen op het bord
* in tweetallen woordslang maken met de woorden uit het thema

Slide 10 - Slide