Lessonup quiz over H7 en H8

1 / 27
next
Slide 1: Slide
Middelbare school

This lesson contains 27 slides, with interactive quizzes and text slide.

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Deze bank heeft als belangrijkste taak ontwikkelingslanden te helpen met leningen
A
Rabobank
B
ECB (Europese centrale bank)
C
Wereldbank
D
EMU

Slide 2 - Quiz

Invoer = export
A
goed
B
fout

Slide 3 - Quiz

internationale handel
A
handel tussen landen binnen Europa
B
handel tussen landen over de hele wereld
C
handel tussen Europese en Aziatische landen
D
handel tussen Nederland en Indië

Slide 4 - Quiz

Een land heeft een positieve handelsbalans als....
A
Er meer invoerwaarde is dan uitvoerwaarde
B
Als de invoerwaarde gelijk is aan de uitvoerwaarde
C
Er meer uitvoerwaarde is dan invoerwaarde

Slide 5 - Quiz

Wat zijn voorbeeld van protectiemaatregelen?
A
Contingentering
B
Exportsubsidie
C
Importquota
D
Invoerrechten

Slide 6 - Quiz

de exportquote is:
A
De uitvoerwaarde
B
de uitvoerwaarde als % van net nationaal inkomen
C
de invoerwaarde
D
Geld wat binnenkomt

Slide 7 - Quiz

De Wereld Handelsorganisatie streeft naar:
A
Geen vrijhandel tussen landen
B
Wel vrijhandel tussen landen

Slide 8 - Quiz

Als de importwaarde groter is dan de exportwaarde op je betalingsbalans dan heb je:
A
een overschot op de betalingsbalans
B
een tekort op de betalingsbalans
C
een evenwicht op de betalingsbalans

Slide 9 - Quiz

Welk antwoord is juist?
Een open economie geeft..
A
een hoge importquote en een hoge exportquote.
B
een hoge importquote en een lage exportquote.
C
een lage importquote en een hoge exportquote
D
een lage importquote en een lage exportquote.

Slide 10 - Quiz

Een gesloten economie heeft een
A
hoge importquote en lage exportquote
B
een lage importquote en hoge exportquote
C
een hoge exportquote en hoge importquote
D
een lage importquote en lage exportquote

Slide 11 - Quiz

Veel handelen met het buitenland heet:
A
open economie
B
gesloten economie
C
internationale economie
D
nationale economie

Slide 12 - Quiz

Wederuitvoer is:
A
niet belangrijk
B
alleen voor Rutte
C
beetje belangrijk
D
zeer belangrijk

Slide 13 - Quiz

De E.M.U is:
A
Landen met dezelfde munt
B
Landen met afspraken wat betreft het milieu
C
Landen met dezelfde taal

Slide 14 - Quiz

Wat is een interne markt?
A
Een markt waarbinnen vrij gehandeld wordt
B
Een markt waarbinnen niet vrij gehandeld wordt
C
De wereldhandel
D
Een markt waar protectiemaatregelen gelden

Slide 15 - Quiz

Wat zijn voorbeeld van protectiemaatregelen?
A
Contingentering
B
Exportsubsidie
C
Importquota
D
Invoerrechten

Slide 16 - Quiz

Wat is GEEN voorbeeld van protectie?
A
contingentering
B
uitvoerrechten
C
exportsubsidie
D
invoerrechten

Slide 17 - Quiz

Invoerrechten zijn ...
A
een belasting.
B
een subsidie.

Slide 18 - Quiz



Globalisering is een positieve ontwikkeling.
Globalisering is een positieve ontwikkeling.
A
Eens
B
Oneens

Slide 19 - Quiz

Als een land maar 1 product exporteert: bijvoorbeeld alleen maar bananen
A
Analfabeet
B
Export
C
Monocultuur

Slide 20 - Quiz

De verhouding tussen de gemiddelde exportprijzen en de gemiddelde importprijzen noem je
A
gelijke handel
B
ruilhandel
C
fair trade
D
ruilvoet

Slide 21 - Quiz

De wereldbank helpt bij
A
het verstrekken van voedsel
B
het verstrekken van leningen

Slide 22 - Quiz

Hoe noemen we hulp van regering naar regering
A
Noodhulp
B
Structurele hulp
C
Bilaterale hulp
D
Multilaterale hulp

Slide 23 - Quiz

Bij een grondstoffenovereenkomst willen beide landen de prijzen stabiel houden.
A
waar
B
niet waar

Slide 24 - Quiz

Wat is een microkrediet?
A
Een kleine lening
B
Een klein geld bedrag

Slide 25 - Quiz


A
Ruilvoet
B
Monocultuur
C
Fairtrade
D
Handelsruil

Slide 26 - Quiz

Op welke manier ondersteunt Fairtrade de boeren in ontwikkelingslanden?
A
Fairtrade geeft hen geld wanneer ze het nodig hebben.
B
Fairtrade geeft al hun winst af aan de boeren.
C
Fairtrade biedt een eerlijke prijs voor hun producten.
D
Fairtrade ondersteunt de boeren niet.

Slide 27 - Quiz