Terugblik toetsweek 1

Toetsweek evaluatie
en Burgerschapsweek tot nu toe
1 / 31
next
Slide 1: Slide
PlanblokMiddelbare schoolvwoLeerjaar 1

This lesson contains 31 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Toetsweek evaluatie
en Burgerschapsweek tot nu toe

Slide 1 - Slide

Be Aware - dinsdag over verslavingen.
Hoe vond je de voorlichting?
A
Interessant
B
Heftig
C
Ik wist dit allemaal al
D
Ik ben er meer over na aan het denken nu

Slide 2 - Quiz

Spaans voorlichting?
A
Interessant
B
Lijkt me leuk
C
Niks voor mij
D
Geen mening

Slide 3 - Quiz

Schaatsen?
A
Ik heb de meeste rondjes van iedereen geschaatst!
B
Het was prima
C
Niet mijn ding
D
Volgend jaar weer!

Slide 4 - Quiz

Hoe ging de toetsweek
A
Heel goed
B
Ging wel oke
C
Mwah
D
Niet zo goed....

Slide 5 - Quiz

Dit was fijn aan de toetsweek

Slide 6 - Open question

Dit kan beter in de toetsweek

Slide 7 - Open question

Heb je gepland voor de toetsweek?
A
JAZEKERS! Een hele strakke planning
B
Ja ik heb gepland maar niet heel precies
C
Ik heb een beetje gepland
D
Neeee plannen, daar doe ik niet aan

Slide 8 - Quiz

Terugblik:
Ik ben tevreden over mijn planning voor de toetsweek
A
Jazeker, dit was top!
B
Wel oke maar kan beter
C
Mwah niet echt eigenlijk
D
Neuuuh sowieso niet

Slide 9 - Quiz

Dit zou ik anders doen met mijn planning volgende toetsweek.

Slide 10 - Open question

Deze toets was het makkelijkst + omdat...

Slide 11 - Open question

Deze toets was het moeilijkst + omdat...

Slide 12 - Open question

Ik heb/verwacht over het algemeen goede cijfers na de toetsweek
A
Jaaa natuurlijk! Het was allemaal makkelijk.
B
Ja voor de meeste vakken wel.
C
Hmm.. een beetje. Maar ook een paar onvoldoendes.
D
Neeee ik heb alles helemaal verpest!

Slide 13 - Quiz

Belangrijk:
Lessen, lesstof en toets(stof) horen bij elkaar.
Dus....doe goed mee in de les, maak je huiswerk en leer de lesstof. Dan ben je al bezig met voorbereiden op de toets.

We willen zien dat/of de lesstof is geleerd, dat jullie nu weten en kennen wat er is behandeld. Daarom wordt er getoetst.

Slide 14 - Slide

Belangrijk:
Er zijn in periode 1: 27 cijfers gegeven,
voor 13 verschillende vakken ->
dus ongeveer 2 toetsmomenten per vak......
Vanaf eind augustus tot eind november (3 maanden tijd).



Slide 15 - Slide

PTD:
Periode 2
14 vakken
28 cijfers

Slide 16 - Slide

Planning komende tijd:
Ma 25 nov - Vr 29 nov = Burgerschapsweek (Workshop Pesten)
Ma 2 dec - Vr 6 dec = lesweek
Ma 9 dec - Vr 13 dec = lesweek (feedbackweek)
Ma 16 dec - Vr 20 dec = lesweek (rapport + kerstactiviteit)
Ma 23 dec t/m Vr3 jan = Kerstvakantie (2 weken)
Ma 6 jan - vr 10 jan = lesweek
Ma 13 jan - vr17 jan= verkort rooster : DRIEHOEKSGESPREKKEN

Slide 17 - Slide

En nu.....

Slide 18 - Slide

Wat is democratie?

Slide 19 - Slide

Wat is volgens jou democratie?

Slide 20 - Open question

Democratie
  • Democratie is een manier waarop je een land kunt besturen.
  • Het woord democratie bestaat uit 2 woorden:                                  Demos = volk                                                                                                      Kratos =  heersen
  • Een democratie is dus een land waar het volk heerst. Het       volk is de baas.
  • Het oude Griekenland had als eerst een democratie.

Slide 21 - Slide

Filmpje bekijken
Aan het einde van het filmpje kun je antwoord geven op de vraag:

Hoe is Nederland een democratie geworden?

Slide 22 - Slide

Slide 23 - Slide

Hoe is Nederland een democratie geworden?

Slide 24 - Open question

Wat is volgens jou democratie nu je meer uitleg heb gekregen?

Slide 25 - Open question

In welk tijdvak werd de democratie bedacht?
A
In de tijd van Jager-verzamelaars
B
In de tijd van de Grieken en Romeinen
C
In de Middeleeuwen
D
In de Gouden Eeuw

Slide 26 - Quiz


In een democratie ligt de macht bij...
A
Eén iemand
B
Een politieke partij
C
Het volk
D
De rijke burgers

Slide 27 - Quiz


Iedereen in Nederland mag stemmen.
A
Onjuist
B
Juist

Slide 28 - Quiz

Hoe heeft het volk inspraak op de politiek?
A
Het volk kan stemmen
B
Het volk stelt de wetten op en de Tweede Kamer keurt ze
C
Het volk mag naar de Tweede Kamer

Slide 29 - Quiz


Wie mogen er stemmen in Nederland?
A
Iedereen
B
Vanaf 16 jaar
C
Vanaf 18 jaar
D
Vanaf 21 jaar

Slide 30 - Quiz

Slide 31 - Video