4.5 Pas op je oren! Vita

Vandaag
  1. 4.4 Horen - oefenopgave bespreken
  2. snelheid berekenen uitleg
  3. opdrachten maken
  4. 4.5 Pas op je oren
  5. maken de opdrachten van 4.5
  6. Afsluiting
1 / 30
next
Slide 1: Slide
Nask / BiologieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

This lesson contains 30 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Vandaag
  1. 4.4 Horen - oefenopgave bespreken
  2. snelheid berekenen uitleg
  3. opdrachten maken
  4. 4.5 Pas op je oren
  5. maken de opdrachten van 4.5
  6. Afsluiting

Slide 1 - Slide

Echo
Door het praten gaat de lucht trillen
Het geluid / de trilling verplaatst zich weg van de persoon
Harde en gladde oppervlakken kaatsen het geluid goed terug in tegengestelde richting.
Op het moment dat het geluid in het oor komt van de persoon hoort deze het geluid een tweede keer
Het geluid verplaatst zich terug naar de plek waar het vandaan kwam

Slide 2 - Slide

Verplaatsing van geluid
Snelheid van Geluid is afhankelijk van de tussenstof
De snelheid van de tussenstof lucht moet je onthouden:

343 m/s

Slide 3 - Slide

De snelheid berekenen

Slide 4 - Slide

Je ziet een heimachine die een heipaal in de grond slaan. Je ziet het blok op de heipaal vallen en na 2 seconde hoor je de dreun. Bereken de afstand?
A
ongeveer 700 meter
B
ongeveer 500 meter
C
ongeveer 200 meter
D
Dit is niet uit te rekenen

Slide 5 - Quiz

In de bergen hoor je een echo van jezelf.
Het geluid doet er 4 seconde over om te horen.
Hoe groot is de afstand tussen jou en de berg die het geluid terug kaatst?
A
ongeveer 700 meter
B
ongeveer 1400 meter
C
ongeveer 350 meter
D
ongeveer 1000 meter

Slide 6 - Quiz

Hoe?
Vraag 1
Gegeven:

Gevraagd:

Formule:

Berekenen:

Antwoord:

Slide 7 - Slide

Antwoord met (eventueel) een foto van de berekening

Slide 8 - Open question

Uitwerking vraag 1
Gegeven:
     v = 0,343 km/s
     v = 343 m/s
     t = 5 s
Gevraagd:
     s
Formule:
     s = v x t
Berekenen:
     s = 343 x 5
     s = 1715
Antwoord:
     s = 1715 m

Slide 9 - Slide

Vraag 2
Gegeven:

Gevraagd:

Formule:

Berekenen:

Antwoord:
 tussenstof zeewater = 1510m/s

Slide 10 - Slide

Antwoord met (eventueel) een foto van de berekening

Slide 11 - Open question

1
Uitwerking vraag 2
Het antwoord moet je door 2 delen, want je hebt nu heen en terug uitgerekend. De diepte van de zee is een enkele reis.
2

Slide 12 - Slide

Amplitude - geluidssterkte

Slide 13 - Slide

Opdracht
Ga naar Vita online 4.4 en maak opdracht 1 tm 8
 bekijk ook  bij opdracht 5 de filmpjes over de oscilloscoop

Slide 14 - Slide

4.5 Pas op je oren! 

Slide 15 - Slide

Aan het eind van 4.5 kun je 
  • vertellen wat geluidsterkte is en hoe geluidsterkte gemeten wordt; 
  • vertellen hoe je gehoor kan beschadigen en hoe je dit kunt voorkomen; 
  • uitleggen wat er gebeurt bij een tijdelijke gehoorverlies
  • wat gehoorschade en lawaaischade is, hoe dit kan ontstaan en voorkomen kan worden

Slide 16 - Slide

Geluidssterkte
Gehoordrempel:
De geluidssterkte waarbij een mens een geluid begint te horen.

Geluidssterkte geeft aan hoe hard geluid is.
Geluidssterkte meet je in decibel. Dit schrijf je als dB.



    grootheid         
geluidssterkte
 eenheid

  decibel
 afkorting

    dB

Pijngrens:
De geluidssterkte waarbij een mens pijn krijgt aan zijn oren van een geluid.

Slide 17 - Slide

Hoe meet je de geluidssterkte?
1. Richt de decibelmeter op de geluidsbron
2. Houd de decibelmeter op 1 meter van de geluidsbron.
3. Lees de meter af. Zet achter je getal altijd de eenheid dB.


4. of gebruik een APP op je telefoon

voorbeeld decibelmeter op een iPad

Slide 18 - Slide

Hoe groter de uitwijking, des te harder het geluid.

Slide 19 - Slide

Slide 20 - Slide

Wanneer loop je gehoorschade op?
  • Tot 80 dB is veilig

  • Vanaf 90 dB  t/m 110 dB is kans op gehoorschade 

  • Vanaf 140 dB doet pijn en kan gehoor direct beschadigen

  • Beschermen met gehoorbeschermers 


Slide 21 - Slide



Audiogram = een grafiek waarin je kunt zien waar jouw gehoordrempel ligt. 



Audiogram:
Blauw: rechteroor
Rood: linkeroor 
Hoe lager de lijn, hoe
meer gehoorverlies dus
hoe slechter het gehoor.

Welke letters hoor je waar in het audiogram?
In het grijs gearceerde gebied bevindt zich 'de spraak'.
Je kunt zien welke letters zich waar bevinden in het audiogram.
Welke letters hoort deze persoon veel minder?
Bedenk een paar woorden die minder goed verstaanbaar zijn.

Slide 22 - Slide

Tijdelijk gehoorverlies
  • verkouden, verstopte buis van Eustachius
  • oorontsteking (ontsteking van uitwendige gehoorgang)
  • middenoorontsteking --> trommelvliesbuisje
  • prop oorsmeer --> uitspuiten

Slide 23 - Slide

Beschadigde gehoorzintuigcellen

Slide 24 - Slide

Oplossingen 
  • gehoorapparaat
  • cochleair implantaat (CI) : zet geluiden om in impulsen die door de gehoorzenuw worden geleid. Mensen die vrijwel doof zijn kunnen opnieuw geluiden horen. 

Slide 25 - Slide

Afsluiting

Slide 26 - Slide

Wat is een geluidsbron?
A
een voorwerp dat geluid maakt
B
een voorwerp dat geluid ontvangt
C
een voorwerp dat geluid doorgeeft
D
een voorwerp dat geluid maakt, doorgeeft en ontvangt

Slide 27 - Quiz

Wat is de eenheid van de sterkte van geluid?
A
Hz
B
T
C
dB
D
seconde

Slide 28 - Quiz

In de afbeelding zie je vier verschillende beelden van een oscilloscoopscherm. De oscilloscoop heeft vier keer dezelfde instelling.
Welke twee beelden geven de geluiden met de grootste geluidssterkte weer?
A
beeld A en B
B
beeld B en C
C
beeld C en D
D
beeld D en A

Slide 29 - Quiz

Wanneer krijg je direct gehoorschade?
A
90 dB
B
60 dB
C
130 dB
D
140 dB

Slide 30 - Quiz