3 vmbo-b 2.7 Seksueel overdraagbare aandoeningen deel 2

2.7 SOA'S deel 2
1 / 21
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 3

This lesson contains 21 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

2.7 SOA'S deel 2

Slide 1 - Slide

wat gaan we vandaag doen?
herhalen soa's deel 1
leerdoelen vandaag
nieuwe theorie: 2.7 soa's deel 2
zelf aan de slag
herhalen leerdoelen

Slide 2 - Slide

Wat betekent de afkorting soa?
A
sociaal overdraagbare aandoening
B
seksueel overdraagbare aandoening
C
slapeloze overdraagbare aandoening
D
Seksueel onaangename aandoening

Slide 3 - Quiz

Hoe voorkom je een SOA?
A
Anticonceptie pil
B
Goed wassen na de seks
C
Antibiotica
D
Condoom

Slide 4 - Quiz

Kun je een soa krijgen:
van een besmette wc-bril?
A
Ja
B
Nee

Slide 5 - Quiz

Kun je een soa krijgen:
als je de penis van een jongen zoent?
A
Ja
B
Nee

Slide 6 - Quiz

Je kan een soa hebben zonder het te merken
A
Waar
B
Niet waar

Slide 7 - Quiz

SOA's worden veroorzaakt door:
A
Bacteriën
B
Virussen
C
Schimmels
D
Alle drie

Slide 8 - Quiz

leerdoelen vandaag
Aan het einde van de les:
- kan je van enkele soa's de klachten en de behandeling noemen: aids/HIV, syfilis
- kan je vertellen wat een soa-test is en hoe een soa-test wordt afgenomen

Slide 9 - Slide

HIV/aids
Aids is de bekendste soa. Aids wordt veroorzaakt door het aidsvirus. Het aidsvirus wordt ook wel hiv genoemd.

Je kunt het virus krijgen door:
- bloed
- voorvocht
- sperma
- vocht uit de vagina of moedermelk

Slide 10 - Slide

HIV/aids
Aids kun je dus niet krijgen door niezen, zoenen of hoesten. Je krijgt het ook niet door andermans bestek te gebruiken, hetzelfde toilet te bezoeken of te knuffelen.


Slide 11 - Slide

HIV/aids
Pas na 3 maanden kan een arts het virus ontdekken in het bloed. In die eerste 3 maanden kan iemand wel andere personen besmetten.

Besmetting vindt meestal plaats door onveilige seks. Besmetting kan ook plaatsvinden als mensen elkaars spuiten en naalden gebruiken (bijvoorbeeld bij drugsgebruik).

Slide 12 - Slide

HIV/aids
Iemand kan besmet zijn en toch niet ziek. Dit noem je seropositief. De meeste mensen die seropositief zijn, krijgen uiteindelijk de ziekte aids.

Bij aids is het afweersysteem aangetast. Hierdoor kan je allerlei ziekten krijgen.

Slide 13 - Slide

HIV/aids
Er is nog geen geneesmiddel tegen aids. De ziekte kan wel geremd worden met aidsremmers. Deze medicijnen zorgen ervoor dat het langer duurt voordat iemand ziek wordt (aids krijgt).
Aidsremmers moet je levenslang gebruiken.

Slide 14 - Slide

Slide 15 - Video

syfilis
Syfilis zorgt voor zweertjes op penis, vagina, anus of mond.
Na 3 tot 6 weken verdwijnen de zweertjes.
De bacterie blijft wel in je lichaam.

Als je niet behandeld wordt, kun je andere klachten krijgen, zoals huiduitslag, vermoeidheid en griepachtige klachten. Jaren later worden ook organen aangetast. Dit kan leiden tot de dood.
Als je antibiotica krijgt, gaat de bacterie dood en verdwijnen de klachten.

Slide 16 - Slide

Soa-test
Onder de 25 jaar kun je gratis een soa-test laten doen.
Dit kan bij je huisarts of bij de GGD.

Bij mannen is een urinetest vaak voldoende.
Bij vrouwen is meestal een uitstrijkje nodig. Bij en uitstrijkje wordt met een wattenstaafje over de rand van de vagina gestreken. Soms wordt er ook een uitstrijkje van de keel of de anus gemaakt.
Om op syfilis en hiv te testen, is bloedonderzoek nodig.

Slide 17 - Slide

Slide 18 - Video

vragen
VRAGEN? 

Slide 19 - Slide

zelf aan de slag
2.7 soa's deel 2: lees de tekst en maak de opdrachten:

opdracht 2 t/m 4 maken
(vanaf blz. 156)

Slide 20 - Slide

leerdoelen vandaag
Aan het einde van de les:
- kan je van enkele soa's de klachten en de behandeling noemen: aids/HIV, syfilis
- kan je vertellen wat een soa-test is en hoe een soa-test wordt afgenomen

Slide 21 - Slide