TLK LE03 les 3 CZS

1 / 45
next
Slide 1: Slide
TrainingskundeMBOStudiejaar 1

This lesson contains 45 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Terugblik les 3:
- coordinatieve vermogens
- trainingspijlers
- techniek

Slide 2 - Slide

4 trainingspijlers

Slide 3 - Mind map

Kinestetisch differentiatie v
koppelingsv
schakelv
v. om bewegingen aan te passen bij een veranderende situatie
v. om beweging te koppelen aan vervolgbeweging
v om op gevoel kleine aanpassingen te maken zodat de beweging hetzelfde blijft

Slide 4 - Drag question

Algemene techniek
Specifieke techniek

Slide 5 - Drag question

Slide 6 - Slide

centraal zenuwstelsel

Slide 7 - Mind map

6

Slide 8 - Video

00:15

Slide 9 - Slide

00:15
'De hersenen zijn onderdeel van het centraal zenuwstelsel.' Waaruit bestaat het czs nog meer?
A
zenuwen
B
ruggenmerg
C
armen en benen
D
hele lichaam

Slide 10 - Quiz

00:28
Uit welke 3 delen bestaan de hersenen?

Slide 11 - Open question

01:33

Slide 12 - Slide

01:50

Slide 13 - Slide

9

Slide 14 - Video

00:10
ANATOMISCHE INDELING
FUNCTIONELE INDELING
WAAR?
WAT DOET HET?
RUGGENMERG
VECHT -of VLUCHTREACTIE

Slide 15 - Drag question

00:29

Slide 16 - Slide

00:29

Slide 17 - Slide

00:29

Slide 18 - Slide

00:29

Slide 19 - Slide

01:24

Slide 20 - Slide

01:55

Slide 21 - Slide

01:57

Slide 22 - Slide

01:57

Slide 23 - Slide

01:50

Slide 24 - Slide

Slide 25 - Slide

Slide 26 - Slide

Je zenuwstelsel bestaat uit het centrale zenuwstelsel en het

Slide 27 - Open question

Maak de zin af.

Coördinatie is de samenwerking tussen:

Slide 28 - Open question

het perifere zenuwstelsel.....
A
Is een ander woord voor CZS
B
Zijn alle zenuwen die prikkels en impulsen geleiden richting CZS
C
Zenuwen in ruggenmerg
D
Onderdeel van de hersenen

Slide 29 - Quiz

Uit welke 4 onderdelen bestaat het centraal zenuwstelsel. De eerste letters zijn: G K H R

Slide 30 - Open question

Welk onderdeel van je czs regelt de hartslag?
A
grote hersenen
B
kleine hersenen
C
hersenstam
D
ruggenmerg

Slide 31 - Quiz

Welk onderdeel van je czs regelt het bewegen van je lichaam?
A
grote hersenen
B
kleine hersenen
C
hersenstam
D
ruggenmerg

Slide 32 - Quiz

Welk onderdeel van je czs hebben de grootte van een perzik?
A
grote hersenen
B
kleine hersenen
C
hersenstam
D
ruggenmerg

Slide 33 - Quiz

Welk onderdeel van je CZS wordt goed beschermd door banden en spieren?
A
grote hersenen
B
kleine hersenen
C
hersenstam
D
ruggenmerg

Slide 34 - Quiz

Welk onderdeel van je czs ligt aan de onderkant van de grote hersenen?
A
ruggenmerg
B
kleine hersenen
C
hersenstam

Slide 35 - Quiz

Je hebt 3 soorten neuronen. Een daarvan zijn de schakelneuronen.
Wat zijn de andere 2? De eerste letters zijn S en M.

Slide 36 - Open question

De verdeling willekeurig / onwillekeurig zegt iets over de (.....) van het zenuwstelsel
A
functie
B
anatomie

Slide 37 - Quiz

Je hebt een willekeuring en onwillekeurig zenuwstelsel.

Wat is juist?
A
willekeurig: stuur je zelf aan/ onwillekeurig: stuur je NIET zelf aan
B
willekeurig: stuur je zelf NIET aan onwillekeurig: stuur je zelf aan

Slide 38 - Quiz

Het sympathisch zenuwstelsel
A
Word ook wel het 'gaspedaal' genoemd
B
Zorgt voor een fight or flight reactie
C
Zorgt voor een hogere hartslag
D
Allen zijn juist

Slide 39 - Quiz

Beschrijf een voorbeeld van algemene en specifieke techniek.

Slide 40 - Open question

Het parasympatisch zenuwstelsel
A
Zorgt er voor dat je intensief kunt sporten
B
Word ook wel de rem genoemd
C
Zorgt dat de spieren beter doorbloed raken
D
Allen zijn juist

Slide 41 - Quiz

Wat is een 'synaps'
A
Het uiteinde van een neuron
B
Een bepaald type neuron
C
Ander woord voor 'centraal zenuwstelsel'
D
Een gebied in de hersens

Slide 42 - Quiz

Welk stofje is belangrijk bij het overbrengen van een impuls van de synaps naar een spier / andere zenuw?
A
Zenuwcellen
B
prikkelstoffen
C
Neurotransmitters
D
schakelneuronen

Slide 43 - Quiz


A

Slide 44 - Quiz

Benoem de trainingspijlers

Slide 45 - Open question