20240522 BU ZRGVVIP423AA niveau 4 leerjaar 1 les 2.1

VIP423A







Drs. David Lindenaar

Docent burgerschap en maatschappijleer & -kunde bij de afdelingen:
Zorg, Vavo en Educatie

david.lindenaar@vonknh.nl

https://www.linkedin.com/in/david-lindenaar-090aba11/


BURGERSCHAP
1 / 34
next
Slide 1: Slide
NederlandsMBOStudiejaar 1

This lesson contains 34 slides, with text slides.

Items in this lesson

VIP423A







Drs. David Lindenaar

Docent burgerschap en maatschappijleer & -kunde bij de afdelingen:
Zorg, Vavo en Educatie

david.lindenaar@vonknh.nl

https://www.linkedin.com/in/david-lindenaar-090aba11/


BURGERSCHAP

Slide 1 - Slide

2.1: Democratie

Slide 2 - Slide

Afspraken 


  1. Kom op tijd

  2. Elke les maak jij je eigen huiswerk in het boek. Dit boek neem jij elke week mee.

  3. Sla geen vragen over in het boek en antwoord altijd met uitleg.

  4. Voor het huiswerk krijg je een cijfer. Dit cijfer telt mee voor het eindcijfer van het vak Burgerschap.

  5. Ben je er een les niet? Maak het huiswerk dan thuis. Elke les wordt per e-mail nagestuurd.


  6. 6. Deze twee leerjaren maak jij alle lessen uit het boek. Het einddoel van dit vak is bereikt wanneer het hele boek af is en alle toetsen zijn gemaakt.





Slide 3 - Slide

BURGERSCHAP: Kies 4

Boek kwijt? Bestel het via deze link:
https://www.bol.com/nl/nl/p/kies-4/9200000037405467/  
Thema 1 De multiculturele samenleving
Thema 2 Verkiezingen
Thema 3 Gedrag en veiligheid
Thema 4 Aan het werk
Thema 5 Media en consumeren
Thema 6 Wereldburgerschap




Slide 4 - Slide

Planning VIP423A 







Woensdag 22-05-2024: Les 2.1: Democratie
Woensdag 29-05-2024: Les 2.2: Stemmen
Woensdag 05-06-2024: THEMALES: iedereen aanwezig
Woensdag 12-06-2024: Les 2.3: Na de verkiezingen
Woensdag 19-06-2024: Les 2.4: Politiek aan het werk

Woensdag 26-06-2024: TOETS THEMA 2





Slide 5 - Slide

timer
20:00

Slide 6 - Slide

2.1: Democratie

Slide 7 - Slide

Lesdoelen: 2.1: Democratie
Politiek: Het maken van keuzes over het besturen van een gebied of land.

Politicus: Iemand die een baan of functie heeft in de politiek.

Eerste Kamer: Het onderdeel van het Nederlandse parlement dat door de Provinciale Staten wordt gekozen. De rechten van de Eerste Kamer zijn: vragenrecht, budgetrecht, enquêterecht en motierecht.

Tweede Kamer: Het onderdeel van het Nederlandse parlement dat door de inwoners van Nederland wordt verkozen. De rechten van de Tweede Kamer zijn: vragenrecht, budgetrecht, enquêterecht, motierecht, initiatiefrecht en amendementsrecht. 

Provinciale Staten: Het Parlement (=wetgevende macht) van de provincie. 


Slide 8 - Slide

2.1: Democratie

Politiek: Gaat over het maken van keuzes waaraan alle burgers in een staat zijn gebonden.

Politici nemen besluiten die van algemeen belang zijn en invloed hebben op ons leven.

 

Slide 9 - Slide

2.1: Democratie

Democratie: bestuursvorm waarbij de bevolking direct of indirect invloed hebben op de politieke besluitvorming.

De naam democratie komt van de Griekse woorden:
démos (volk) en kratein (regeren).

Slide 10 - Slide

2.1: Democratie

Slide 11 - Slide

2.1: Democratie

Slide 12 - Slide

Wat is een linkse - en wat is een rechtse politieke partij?

Slide 13 - Slide

2.1: democratie

Slide 14 - Slide

22-05: Zelfwerktijd


Les 2.1: pagina 58 - 64: de 
kernopdracht, opdracht 1 - 2.

timer
12:00
(pag. 58-69)
startopdracht
1
2
3
4
Kernopdracht




Slide 15 - Slide

Donderdag 06 juni 2024: verkiezing Europees Parlement

Hoe werkt de democratie in de Europese Unie?

Slide 16 - Slide

Europees Parlement
  • In ieder land worden parlementsleden (volksvertegenwoordigers) voor het Europees Parlement gekozen.
  • Belangrijkste taken: vaststellen Europese wetten en het budget van de EU.
  • Aantal zetels: 705 (vanuit Nederland 26).
  • Parlementariërs zitten vaak samen in een fractie met parlementariërs uit andere landen.

Slide 17 - Slide

Doelen van Europese samenwerking
  • Het voorkomen van oorlog. 


  • Economische samenwerking: 

  1. Vergroten van welvaart;
  2. Makkelijker om handel te drijven; 
  3. Steun aan achtergebleven gebieden.


  • Aanpak gemeenschappelijke problemen.


Slide 18 - Slide

Geschiedenis Europese Unie

Slide 19 - Slide

Leden van de EU:

Slide 20 - Slide

Europese samenwerking
Terreinen waarop de Europese Unie samenwerkt:


  • Economie: vrij verkeer van personen, goederen, diensten en kapitaal: de interne markt.
  • 19 landen maken deel uit van de Eurozone (kan je met euro betalen).
  • Aanpak criminaliteit (bijv terrorisme, drugshandel).
  • Aanpak migratie en opvang vluchtelingen.
  • Afspraken over milieubeleid
  • Gelijke regels (bijv voor consumentenbescherming).
  • Gezamenlijk buitenlandbeleid.

Slide 21 - Slide

Hoe werkt de EU? (1:32) 












Opdracht: Noem drie Europese instellingen die betrokken zijn bij het maken van een nieuwe richtlijn (die per lidstaat een wet wordt).

This video is no longer available
Welke video was dit?

Slide 22 - Slide

3.8 Internationale politiek

Slide 23 - Slide

Bestuur van de EU 
(uitvoerende macht)
Europese Commissie: Dagelijks bestuur (vergelijkbaar met een regering).

Elke EU-lidstaat levert één commissaris (soort minister).

Wopke Hoekstra (CDA) vice-voorzitter en verantwoordelijk voor de ‘Green deal’ 
Europese Commissie

Slide 24 - Slide

Raad van Ministers en Europese Raad
Raad van Ministers: raad met ministers die uit de regeringen van de verschillende EU-lidstaten komen.
Voor verschillende politieke thema’s zijn er verschillende raden (bijvoorbeeld voor financiën of landbouw).

Europese Raad: Raad met alle regeringsleiders


Slide 25 - Slide

Europees Parlement
  • In ieder land worden parlementsleden (volksvertegenwoordigers) voor het Europees Parlement gekozen.
  • Belangrijkste taken: vaststellen Europese wetten en het budget van de EU.
  • Aantal zetels: 705 (vanuit Nederland 26).
  • Parlementariërs zitten vaak samen in een fractie met parlementariërs uit andere landen.

Slide 26 - Slide

Hof van Justitie van de Europese Unie
  • Rechtsprekende macht van Europese Unie.
  • Doet uitspraken op basis van EU-wetten.
  • Elke lidstaat levert een rechter (27 rechters).
  • Uitspraken van het hof gaan boven die van een Nederlandse rechter.

Slide 27 - Slide

ECB: Europese Centrale Bank
  • Houdt toezicht op financieel gebied binnen de EU
    (ook buiten de Eurozone).
  • Kan de inflatie beïnvloeden door de rente
    op de euro te bepalen.
  • Kan optreden wanneer landen in financiële
    problemen komen.

Slide 28 - Slide

Europees bestuur 

Slide 29 - Slide

Video: Uitdagingen Europa (2:48)


Opdracht: Noem drie uitdagingen waar de Europese Unie nu voor staat en leg ze uit.
  
https://schooltv.nl/video/uitdagingen-voor-de-europese-unie-nationalisme-dalende-solidariteit-en-andere-machtsblokken/#q=europese%20unie

Slide 30 - Slide

Kritiek op de EU 
  • Alle EU-lidstaten zijn verplicht zich te houden aan Europese wetgeving. Deze wetgeving staat boven nationale wetgeving. Gevolg: inleveren van nationale soevereiniteit.
  • De komst van werknemers uit armere landen leidt volgens sommigen tot werkloosheid onder de eigen bevolking.
  • Aanpak Europees migratiebeleid en opvang vluchtelingen.
  • Rijke lidstaten moeten soms bijspringen voor armere lidstaten.
  • EU staat ver af van burgers. De opkomst bij verkiezingen voor het Europees Parlement is laag (50,7% in 2019).
  • Europees parlement heeft niet dezelfde macht als nationale parlementen – democratisch tekort.


Slide 31 - Slide

Voorstanders van de EU
  • Samenwerking is noodzakelijk om problemen rondom bijvoorbeeld immigratie, milieu en economie op te kunnen lossen.
  • Een samenwerkend Europa staat sterker tegenover grote autoritaire landen als China en Rusland.
  • Samenwerking verkleint de kans op conflicten tussen landen (lidstaten onderling en met andere landen).

Slide 32 - Slide

22-05: Zelfwerktijd


Les 2.1: pagina 64 - 69:
opdracht 3 - 4 en de kernopdracht.

timer
12:00
(pag. 58-69)
startopdracht
1
2
3
4
Kernopdracht




Slide 33 - Slide

Terugblik: 2.1: Democratie
Politiek: Het maken van keuzes over het besturen van een gebied of land.

Politicus: Iemand die een baan of functie heeft in de politiek.

Eerste Kamer: Het onderdeel van het Nederlandse parlement dat door de Provinciale Staten wordt gekozen. De rechten van de Eerste Kamer zijn: vragenrecht, budgetrecht, enquêterecht en motierecht.

Tweede Kamer: Het onderdeel van het Nederlandse parlement dat door de inwoners van Nederland wordt verkozen. De rechten van de Tweede Kamer zijn: vragenrecht, budgetrecht, enquêterecht, motierecht, initiatiefrecht en amendementsrecht. 

Provinciale Staten: Het Parlement (=wetgevende macht) van de provincie. 


Slide 34 - Slide