STUD zelfsta Les 2 - Vragen van opdracht 1 werkblad nakijken
1 / 21
next
Slide 1: Slide
Verpleging en verzorgingMBOStudiejaar 2
This lesson contains 21 slides, with interactive quizzes and text slides.
Lesson duration is: 50 min
Items in this lesson
Slide 1 - Slide
Slide 2 - Slide
Welke verpleegkundige aandachtspunten zijn er bij benzodiazepines ? (werkblad vraag) 1a
Slide 3 - Open question
wat wordt er bedoeld met een goede slaaphygiene? (vraag 1b werkblad)
Slide 4 - Open question
Slide 5 - Slide
1c. Wat is het verschil tussen inslapers en doorslapers
Slide 6 - Open question
Slide 7 - Slide
Welk probleem loopt de havenwerker nu tegenaan? Welke klopt?
A
een benzo mag je NOOIT combineren met grote kranen
B
na- effect van de benzo in de ochtend
C
De T max is niet geschikt voor deze situatie
D
de T1/2 en eliminatie zijn een probleem voor deze situatie
Slide 8 - Quiz
Vraag 1d: de havenwerker. Hoe kun je dit probleem oplossen? Welke klopt NIET?
A
Een benzo vinden met een kortere T1/2
B
Heel goed uitleg geven aan deze man.
C
Geef een halve dosering van met middel
D
Geen medicatie geven, maar zoeken naar een andere oplossing
Slide 9 - Quiz
Slide 10 - Slide
Vraag 1f: mw de Wit Wat wil je nu weten om de situatie goed te kunnen inschatten? (minimaal 4 dingen)
Slide 11 - Open question
1f. Zoek dan nu op, of check je werkblad: Wat is de T max van Bromazepam.
A
1-2 uur
B
0.5-1 uur
C
1.5-3 uur
D
3-4 uur.
Slide 12 - Quiz
vraag 1 f. Stelling over de conclusie/advies: De T max is al geweest. Dat betekent dat er nu nog veel klachten zijn ivm de bloedspiegel en dat het ook nog kan verergeren. Mw moet dus nu zeer goed worden geobserveerd.
A
waar
B
niet waar
Slide 13 - Quiz
Slide 14 - Slide
vraag 1 g. Wat is het verschil in werking tussen Benzodiazepines en betablokkers?
Slide 15 - Open question
extra bij 1g. Stelling: SOMS Door de onderdrukking van symptomen door beta-blokkers, kan er ook een feedback zijn naar de hersenen, waardoor op langere termijn de angstsignalering in het brein ook kan afnemen. En dan is medicatie niet meer nodig.
A
waar
B
niet waar
Slide 16 - Quiz
Slide 17 - Slide
Vraag 1h. Welke klopt NIET?
A
versuffend/spierverslappend > meer kans op vallen
B
zwakkere botten bijvoorbeeld door /osteoporose
C
bij vallen kunnen zij zichzelf minder goed opvangen
D
er is te weinig hulp voor hen in de nacht als ze moeten plassen.
Slide 18 - Quiz
vraag 1j. WAT BETEKENEN DE VOLGENDE BEGRIPPEN?
- geestelijk e afhankelijkheid
- lichamelijke afhankelijkheid
- gewenning
- abstinentieverschijnselen
- verslaving
Let op: zoek zelf de andere begrippen op, zie de leerdoelen.
Slide 19 - Slide
Vraag 1k. Waar hebben mensen die benzo's gebruiken last van? welke is compleet?
A
geestelijk-, lichamelijke afhankelijkheid, gewenning en abstinentieverschijnselen
B
geestelijke - en lichamelijke afhankelijkheid
C
lichamelijke afhankelijkheid, gewenning en abstinentieverschijnselen