les 12 - martes 8 de octubre 2024

Les 12 - H2 - martes 8 de octubre 2024
1 / 16
next
Slide 1: Slide
SpaansMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

This lesson contains 16 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 80 min

Items in this lesson

Les 12 - H2 - martes 8 de octubre 2024

Slide 1 - Slide

¿Qué hacemos hoy? 

  • We herhalen de ontkennende woorden in het Spaans, en we leren waar we die woorden in de Spaanse zin moeten zetten
  • We doen een spelletje: ¡un juego de cartas!
  • We herhalen het werkwoord 'ir' 
  • We nemen de komende lesdagen door

Slide 2 - Slide

Bron I (TB blz. 40)
  • No 
  • Nada                     = niets
  • Nadie                    = niemand
  • Nunca                  = nooit

Níet of geen vertaal je in het Spaans met 'no':
Dit woord staat altijd vóór de persoonsvorm (werkwoord)

Slide 3 - Slide

nada - nadie - nunca
Deze drie woorden komen vaak voor in combinatie met 'no' 
(dat is dus dubbelop!):

Flor (=Fleur) no dice (=zegt) nada                  Flor zegt niets
No hay (=er is) nadie en casa.                          Er is niemand thuis.
No voy nunca al comedor (=kantine).           Ik ga nooit naar de ...

Slide 4 - Slide

nada - nadie - nunca
De woorden nunca en nadie kunnen ook vóór de persoonsvorm staan:

Nunca voy al cine.                    Ik ga nooit naar de bioscoop.
Nunca tengo tiempo.             Ik heb nooit tijd.
Nadie tiene hambre.               Niemand heeft honger.
Nadie tiene clases.                  Niemand heeft lessen. 

Slide 5 - Slide

Oefening 27b (blz. 24 WB)

Gebruik bron I bij het maken van deze opdracht (TB blz. 40)

Check in alle zinnen of de ontkenning compleet is! 
In vijf zinnen ontbreekt er een stukje...

Welke zinnen kloppen wél?? 
timer
10:00

Slide 6 - Slide

Antwoorden 27b
Goede zinnen zijn:    4 - 5 - 7 - 8 - 9 

1. Aquí no vive nadie                                                    Nadie vive aquí
2. No puedo comprar (=kopen) nada.
3. No hablo nunca inglés.                                         Nunca hablo inglés
6. Mis clases no empiezan nunca a las siete. 
10. ¿No hay nadie aquí?

Slide 7 - Slide

We doen een spelletje... 



Categorieën:      

Familia
Comer
Beber
Escuela
Emociones
Transporte

Slide 8 - Slide

Hoe gaan we kwartet spelen?

  • We maken vier groepjes (van 4 of 5 leerlingen)
  • Ik verdeel de kaarten onder jullie (we hebben ook een aflegstapel)
  • Steeds mag ieder uit een ander groepje de vraag stellen:

¿Tienes de la categoría ........................................... la carta de ........?
Sí, la tengo  (Ja, die heb ik)          No la tengo (Nee, die heb ik niet)

Slide 9 - Slide

Slide 10 - Slide

Werkwoord  ir (=gaan)
ik ga
voy
jij gaat
vas
hij/zij gaat
va
wij gaan
vamos
jullie gaan
vais
zij gaan
van

Slide 11 - Slide

Naar school...
voy

vamos

Slide 12 - Slide

Voorbeeldzinnen 
  1. Vamos a la discoteca.
  2. Él va al instituto.
  3. Váis al restaurante.
  4. Voy a casa.
  5. ¿Vas a la clase?
  6. Van al supermercado. 
gaan naar = ir a

a + el = al
a + la blijft hetzelfde

Slide 13 - Slide

Nu jullie...
Schrijf een mooie zin op het bord!

Eén van de zes vormen van het werkwoord 'ir' 
moet erin voorkomen :-)

Slide 14 - Slide

Rustig zelfstandig werken

Slide 15 - Slide

Los deberes (ma 14 oktober)
Alvast goed leren voor de toets van 21 oktober (zie Magister)
We maken op maandag 14 oktober een proeftoets...

Dinsdag 15 oktober is de 
pre-brugklasdag, dus dan hebben
jullie geen lessen ;-)

Slide 16 - Slide