20190128 Creatief Schrijven

Creatief schrijven
1 / 11
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 1

This lesson contains 11 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Creatief schrijven

Slide 1 - Slide

Lesdoelen
  • Aan het eind van de les kunnen jullie een verhaal schrijven aan de hand van een stappenplan in samenwerkingsverband.

Slide 2 - Slide

Basis-ingrediënten van het verhaal
  • Setting
  • Introductie personage 1
  • Introductie personage 2
  • Conflict/strijd
  • Oplossing en einde

Slide 3 - Slide

Opdracht
  • We bouwen stap voor stap een verhaal op.
  • Je gebruikt de woorden van elkaar.
  • Uiteindelijk schrijf je een verhaal met de ingrediënten die jij krijgt.

Slide 4 - Slide

Setting
  • Plaats (Bijvoorbeeld in Leeuwarden)
  • Tijd (Ochtend, middag, avond)
  • Omgeving (Hoe ziet de omgeving eruit?)
  • Het weer (Wat voor weer is het?)

Nog geen personage benoemen of beschrijven.
timer
1:30

Slide 5 - Slide

Introductie personage 1
  • Wie is het personage (Bijvoorbeeld een mens of dier)
  • Hoe heet het personage (Bijvoorbeeld Kjeld, Niels, Evelien)
  • Hoe ziet het personage eruit (Lang, blond, groene ogen)


timer
2:00

Slide 6 - Slide

Introductie personage 2
  • Wie is het personage (Bijvoorbeeld een mens of dier)
  • Hoe heet het personage (Bijvoobeeld Floor, Elon, Yvonne)
  • Hoe ziet het personage eruit (Lang, blond, groene ogen)
  • Wat is personage 2 van personage 1 (Vriend of vijand)


timer
2:00

Slide 7 - Slide

Conflict
  • Beschrijf het probleem (Bijvoorbeeld een ruzie)
  • Het conflict kan alles zijn, dus denk breed!
timer
2:00

Slide 8 - Slide

Ingrediënten
  • Schrijf nu op de gele papiertjes woorden en uitdrukkingen uit MAW.
  • 1    Een spreekwoord of gezegde
  • 2   Een kenmerk of eigenschap
  • 3   Een werkwoord
  • In totaal drie woorden/uitdrukkingen
timer
2:00

Slide 9 - Slide

Oplossing en einde
  • Je krijgt nu van ieder onderdeel een papiertje.
  • Je schrijft een volledig verhaal met die ingrediënten.
  • Zorg voor een beginscène, gebruik de beide personages, pas de setting goed toe, vergeet het conflict niet.
  • Beschrijf hoe het conflict afloopt
  • Sluit het verhaal af, dus geen open einde
  • Aantal woorden: minimaal 250.
timer
20:00

Slide 10 - Slide

Nabespreken
  • Zit alles in het verhaal verwerkt?
  • Setting, personage 1, personage 2, conflict en een oplossing

Slide 11 - Slide