Word Order - 1vwo

Word Order 
Woordvolgorde in Engelse zinnen
1 / 10
next
Slide 1: Slide
EngelsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 1

This lesson contains 10 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

Word Order 
Woordvolgorde in Engelse zinnen

Slide 1 - Slide

General rules: 
  Wie - Doet - Wat/met wie - Waar - Wanneer

Slide 2 - Slide

Examples: 
Wie - Doet - Wat/wie - Waar - Wanneer
1. I - eat - lunch - at school - every day.
2. They - will meet - their friends - at the mall - tomorrow. 

Slide 3 - Slide

Adverbs of place and time
!! Als plaats en tijd allebei aan het einde van de zin staan, komt plaats altijd voor tijd !! 
Remember: P comes before T in the alphabet :)  

Slide 4 - Slide

Wie 
Doet 
Wat / 
wie
Waar 
Wanneer
Lily 
Takes
Her dog 
To the park
In the morning

Slide 5 - Drag question

Put the words in the correct order:
Simon - on Fridays - the dishes - washes

Slide 6 - Open question

Put the words in the correct order:
Appointment - tomorrow - I - have - at the hospital

Slide 7 - Open question

Opdrachten in je boek: 
Unit 5 - Lesson 2 - Opdracht 7 & 8 - Pagina 180

Slide 8 - Slide

Extra oefening:

Slide 9 - Slide

Hoe goed snap je dit grammatica onderdeel?
0100

Slide 10 - Poll