Bekijk de uitlegvideo op de volgende slide. Gebruik oortjes als je dit in de les bekijkt.
1 / 43
next
Slide 1: Slide
GeschiedenisMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 1
This lesson contains 43 slides, with interactive quizzes, text slides and 3 videos.
Lesson duration is: 50 min
Items in this lesson
1.2: Jagers worden boeren
Bekijk de uitlegvideo op de volgende slide. Gebruik oortjes als je dit in de les bekijkt.
Slide 1 - Slide
web.microsoftstream.com
Slide 2 - Link
aan het einde van deze les....
Kun je uitleggen hoe het leven van de eerste boeren eruit zag.
Kun je uitleggen welke gevolgen het ontstaan van de landbouw had.
Kun je uitleggen hoe we het verleden indelen in verschillende perioden.
Slide 3 - Slide
Slide 4 - Video
Leg uit waarom boeren op 1 plek wonen.
Slide 5 - Open question
Boeren konden meer bezit hebben dan jagers-verzamelaars
A
waar
B
niet waar
Slide 6 - Quiz
Hoe kun je zien dat deze mensen jager-verzamelaars zijn?
Slide 7 - Mind map
Hoe kun je zien dat deze mensen boer zijn?
Slide 8 - Mind map
Slide 9 - Video
Landbouwrevolutie
Rond 11.000 v.C ontstond in het midden-oosten voor het eerst landbouw.
Landbouw= akkerbouw + veeteelt
Akkerbouw: Het verbouwen van plantaardig voedsel.
Veeteelt: Wilde dieren tam maken en fokken.
Slide 10 - Slide
Gevolgen van het ontstaan van de landbouw
blijven wonen op een vaste plek.
stevige boerderijen ipv eenvoudige hutten.
andere gebruiksvoorwerpen, zoals ploegen enz.
deze overgang was zo groot dat we spreken van de landbouwrevolutie.
Slide 11 - Slide
Samenleving van Jager-verzamelaars
Landbouwsamenleving
Slide 12 - Slide
Christelijke jaartelling
Begint bij het jaar 1 (let op: het jaar 0 bestaat niet!)
Geboorte van Christus
Meest gebruikte jaartelling
Maar...de geschiedenis begint natuurlijk niet pas bij het jaar 1!
Slide 13 - Slide
Slide 14 - Slide
Slide 15 - Slide
Kijk 1.1 na uit het werkboek.
Kijk na met een rode kleur pen of potlood.
Slide 16 - Slide
Bij welk van de woorden past deze afbeelding het best?
A
nomade
B
boer
C
landbouwsamenleving
Slide 17 - Quiz
Bij welk van de woorden past deze afbeelding het best?
A
Boer
B
samenleving van de jager-verzamelaars
C
landbouwrevolutie
Slide 18 - Quiz
De overgang van Jager-verzamelaar naar boer was een enorme verandering, we noemen dit daarom ook wel de.....
A
prehistorie
B
landbouwsamenleving
C
landbouwrevolutie
Slide 19 - Quiz
Bij welk begrip past deze afbeelding het best?
A
Jager-verzamelaar
B
landbouwsamenleving
C
historie
Slide 20 - Quiz
Door wie is deze uitspraak gedaan? " Morgen trekken we weer verder, we kunnen hier geen eten meer vinden. De dieren zijn ook al verder getrokken en wij gaan achter ze aan"
A
een Jager-verzamelaar
B
Een Boer
Slide 21 - Quiz
Door wie is deze uitspraak gedaan? " We wonen op een vaste plek in een huis, verder hebben we best veel bezittingen zoals potten en gereedschappen om het land mee te bewerken"
A
Een Jager-verzamelaar
B
Een Boer
Slide 22 - Quiz
Aan de slag!
Lees blz. 10-11 IB en maak Par. 1.2 opdr. 1,3,5 en 8.
Slide 23 - Slide
1.3: Denken en doen
Slide 24 - Slide
In deze paragraaf leer je
waarom en hoe boeren hun voorouders vereerden.
waarom boeren goden in de natuur vereerden.
waardoor verschillen tussen jager-verzamelaars klein waren.
hoe verschillen tussen boeren groter werden.
Slide 25 - Slide
Jager- verzamelaar
landbouwrevolutie
Landbouwsamenleving
nomaden
Slide 26 - Drag question
weinig bezittingen
wonen in dorpen
leven als nomade
Jagen, verzamelen, vissen
leven in kleine stammen
landbouw
meer bezittingen en werktuigen
landbouwsamenleving
samenleving van jager-verzamelaars
Slide 27 - Drag question
Hunebedden:
Hunebedden om mensen in te begraven
familigraven
Doden werden hier in gelegd samen met grafgiften bij. sieraden, werktuigen en potten gevuld met eten en drinken
Slide 28 - Slide
Leven na de dood:
Waarschijnlijk geloofden mensen dat de doden als geesten voortleefden in een leven na de dood, in dit hiernamaals konden ze de grafgiften goed gebuiken
door deze hunebedden en grafgiften hebben we kennis gekregen over de cultuur van deze eerste boeren.
Slide 29 - Slide
Geloof:
Boeren geloofden dat achter ieder natuurverschijnsel of gebeurtenis een god zat.
ze vereerden daarom bijvoorbeeld de maan, de bliksem of een grote boom.
We noemen zo'n geloof een natuurgodsdienst
Slide 30 - Slide
Geloof:
De eerste boeren zochten naar verklaringen voor dingen die ze niet begrepen, zoals ziekte of een mislukte oogst.
ze probeerden daarom hun goden zoveel mogelijk tevreden te stellen door ze iets te geven.
ze offerden of dansten dan voor de goden.
Slide 31 - Slide
Kleine verschillen tussen jager-verzamelaars
Jager-verzamelaars leefden als nomaden in kleine groepen. Daardoor waren er maar kleine verschillen in:
bezit. Jager-verzamelaars konden weinig bezitten doordat ze weinig konden meenemen.
aanzien: waardering, hoe belangrijk iemand wordt gevonden.
macht: als je anderen kunt laten doen wat je wilt. Jager-verzamelaars namen samen besluiten.
Slide 32 - Slide
Grote verschillen tussen boeren
In de landbouwsamenleving ontstonden grotere verschillen in bezit, macht en aanzien.
Boeren konden veel bezitten en sommige boeren werden rijker dan andere.
Er kwamen dorpshoofden met meer macht.
Mensen met meer bezit of macht kregen meer aanzien.
Slide 33 - Slide
Grote verschillen tussen boeren:
Dit soort verschillen tussen mensen en groepen in een samenleving noemen we sociale verschillen.
Boeren moesten met meer mensen rekening houden en afspraken maken. Als er conflicten waren, moesten ze die samen oplossen.
Slide 34 - Slide
Tussen jagers-verzamelaars was er veel verschil in macht.
A
Juist
B
Onjuist
Slide 35 - Quiz
Tussen boeren was er weinig verschil in bezit.
A
Juist
B
Onjuist
Slide 36 - Quiz
Mensen met minder bezit en minder macht kregen meer aanzien.
A
Juist
B
Onjuist
Slide 37 - Quiz
Bekijk de video: Offer aan de goden
Slide 38 - Slide
Slide 39 - Video
Waarom is het meisje van Yde zo goed bewaard gebleven?
Slide 40 - Open question
Waarom is het meisje van Yde doodgemaakt?
Slide 41 - Open question
Tegen welke gevaarlijke stam moet de priesteres haar volk beschermen?
A
Egyptenaren
B
Romeinen
C
Germanen
D
Grieken
Slide 42 - Quiz
Aan de slag!
Lees blz. 12 en 13 IB en maak opdr. §1.3 vraag 1,3,5 en 7 WB.