Bekijk je toets (filter eventueel op foute antwoorden)
Kijk of je nog punten zou moeten krijgen (accentfout, 1 letter fout, herhalingsfout, etc).
Verzamel al je opmerkingen en steek dan pas je hand op. De docent komt langs met pen en papier en zal jouw opmerkingen noteren. (Hierna zal je docent alles verwerken en de uiteindelijke cijfers in Magister zetten).
Inzien + bespreken TW 1
Slide 3 - Slide
Zoek en schrijf eerst alle losse woorden op die je nodig hebt
Bepaal in welke tijd de zin staat. In deze tijd zet jij je hoofdwerkwoord.
Per (bij)zin vervoeg je 1 werkwoord, net als in het Nederlands.
Tijds-en/of plaatsbepaling staat voor- of achteraan de zin.
Zorg dat de elementen die iets over elkaar zeggen, in het Spaans ook bij elkaar staan.
Een vraagzin is hetzelfde als een gewone zin, alleen zet je er nu vraagtekens bij, zowel aan het begin als aan het einde van de zin.
Let op bij alle woorden die iets over een zelfstandig naamwoord zeggen, deze pas je aan (mnl/vrl + enk/mv). Bijvoorbeeld 'la tortuga divertida'.
Het bijvoeglijk nw staat áchter het zelfst.nw, behalve met hoeveelheden (veel, weinig, 101.. ).
Gebruik bij het ww 'zijn' altijd de top 3 van 'hay/estar/ser'.
2. Heb jij vorige week Juan een aardappel cadeau gegeven?
¿Regalaste una patata a Juan la semana pasada?
1. In ons dagelijks leven eten we veel groenten, daarom geven we vandaag de dag veel geld (dinero) uit aan (en) voeding.
En nuestra vida cotidiana comemos muchas verduras, por eso gastamos mucho dinero en alimentación hoy en día.
(les 1)
Slide 6 - Slide
Ga naar alkwin.remindotoets.nl
Bekijk je toets (filter eventueel op foute antwoorden)
Kijk of je nog punten zou moeten krijgen (accentfout, 1 letter fout, herhalingsfout, etc).
Verzamel al je opmerkingen en steek dan pas je hand op. De docent komt langs met pen en papier en zal jouw opmerkingen noteren. (Hierna zal je docent alles verwerken en de uiteindelijke cijfers in Magister zetten).
Historias de cronopios y famas
Slide 7 - Slide
¿Qué?
Je start met een introductieopdracht om je kennis te laten maken met een onderdeel van de Latijns-Amerikaanse literatuur.
¿Cómo?
Zachter overleggen met je buurman/vrouw
¿Objetivo?
Je maakt kennis met de Latijns-Amerikaanse literatuur,
je oefent met de taal en hebt hopelijk enigszins plezier in de te lezen verhaaltjes.
In het Spaans hebben sommige constructies geen grammaticaal onderwerp. Dat betekent dat het niet duidelijk is wie/wat iets doet in de zin. Het zijn vaak ‘algemene’ uitspraken, zoals:
En Argentina, se come mucha carne. = ‘in Argentinië eten ze veel vlees/in Argentinië eet men veel vlees.’
Zoals je ziet, is er in de Spaanse zin niet echt een onderwerp. Het is niet duidelijk wie er veel vlees eet, ‘ze’ eten dat, of men eet dat. Maar wie zijn ze? Wie is men? Omdat je dat niet weet, en het over een algemene uitspraak gaat, gebruik je de ‘construccion impersonal.’
Se impersonal
Slide 10 - Slide
Deze constructie vorm je altijd door ‘se’ met een werkwoord. Enkele voorbeelden:
En España se cena bastante tarde.
Las empanadas se fríen en aceite muy caliente.
Zoals je ziet, gebruiken we in de ene zin het werkwoord in het enkelvoud, en in de ander in het meervoud. De regels hiervoor vind je op de volgende dia.
Se impersonal
Slide 11 - Slide
ZNW ENKELVOUD > SE + VERBO EN SINGULAR
Primero se calienta el aceite
'El aceite' is enkelvoud en daarom gebruiken we se calienta.
ZNW MEERVOUD > SE + VERBO EN PLURAL
Se echan las patatas
'Las patatas' is meervoud en daarom gebruiken we se echan.
Als er geen znw is, gebruik je ook het enkelvoud van het werkwoord.
Voorbeeld: En mi casa, se cena a las nueve y media.
Se impersonal
Klik op deze link. Maak oefeningen 1 tot en met 4.