Les 2: het interview

project
'Brugklas'
1 / 26
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 1

This lesson contains 26 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

project
'Brugklas'

Slide 1 - Slide

Wat is het verschil tussen objectief en subjectief?

Slide 2 - Open question

Beschrijf in hele zinnen wat een interview is.

Slide 3 - Open question

Slide 4 - Video

les 2: het interview 
Doel van deze les:
  • Je kent en herkent verschillende soorten vragen.
  • Je kunt vragen stellen met de 5 W's en de H.
  • Je kent het verschil tussen feiten en meningen.

Slide 5 - Slide

Een interview
Een vraaggesprek tussen de geïnterviewde en de interviewer:

  • De interviewer stelt de vragen
  • De geïnterviewde geeft antwoord op de vragen 

Slide 6 - Slide

Slide 7 - Video

Soorten vragen
Dus:
Een open vraag begint met:
 Wie, Wat, Waar, Waarom, Wanneer en Hoe

Een gesloten vraag begint meestal met een werkwoord en het antwoord kan ja of nee zijn

Slide 8 - Slide

Bedenk eens een open vraag en schrijf deze op.

Maak er hierna een gesloten vraag van.

Slide 9 - Open question

Soorten open vragen:

1) Vragen over een feit;
2) Vragen over een mening;
3) Vragen over een gevoel.


Slide 10 - Slide

Feit of mening?

De bladeren zijn nat.
A
feit
B
mening

Slide 11 - Quiz

Feit of mening?

Hij praat heel snel.
A
mening
B
feit

Slide 12 - Quiz

Feit of mening?

'Yes, weer naar school'
A
Feit
B
Mening

Slide 13 - Quiz

Feit of mening?

Veel planten zijn groen.

A
feit
B
mening

Slide 14 - Quiz

Feit of mening?

Sigaretten zijn vies.
A
Feit
B
Mening

Slide 15 - Quiz

Feit of mening?

Sigaretten zijn erg ongezond.
A
Feit
B
Mening

Slide 16 - Quiz

Onder aan de advertentie staan twee zinnen.

Zijn dit feiten of meningen?
a. feiten
b. meningen
c. een feit en een mening
A
Feiten
B
Meningen
C
Een feit en een mening

Slide 17 - Quiz

Wat vind je in een krantenartikel?
A
vooral meningen
B
meningen en feiten
C
vooral feiten

Slide 18 - Quiz

Wat is waar?
A
De interviewer stelt alleen open vragen.
B
De interviewer stelt alleen gesloten vragen.
C
De interviewer stelt zowel open als gesloten vragen.

Slide 19 - Quiz

Aan de slag 
We gaan meer over elkaar te weten komen vandaag. We leren elkaar interviewen. 

Maak een tweetal. 
Je krijgt straks een aantal vragen te zien. 
Je houdt een interview met je maatje. 

Slide 20 - Slide

Les 2: Opdracht
  1. Wie ben je?
  2. Hoe is je thuissituatie?
  3. Wat is je lievelingseten?
  4. Wat is je lievelingsmuziek?
  5. Wat was jouw grootste uitdaging?
  6. Wat was het beste advies dat je ooit kreeg?
  7. Wie zijn je helden?
  8. Wie heb je het laatst gebeld?
  9. Waar heb je het laatst hard om gelachen?
  10. Wat is je mooiste jeugdherinnering?
  11. Wat is het belangrijkste dat je van je ouders geleerd hebt?



 



timer
5:00

Slide 21 - Slide

Les 2: Opdracht
timer
5:00
13. Wanneer was je het gelukkigst?
14. Wat deed je eens, maar nooit meer?
15. Als je één ding mocht veranderen, wat zou dat dan zijn?
16. Wie wil je nog eens de waarheid vertellen?
17. Welke verleiding kun je niet weerstaan?
18. Wanneer en waarover lieg je?


19. Wat waardeer je het meest in jezelf?
20. Wat vinden je vrienden je beste eigenschap?
21. Waar zie je jezelf over 5 jaar?
22. Welke superkracht zou je willen hebben?
23. Wat is het stomste dat je ooit gedaan hebt?
24. Als je een dier was, welke zou dat dan zijn?

Slide 22 - Slide

Hoe herken je open vragen?

Slide 23 - Open question

Bedenk een vraag die begint met een van de 5 W's of met de H.

Slide 24 - Open question

Doelen gehaald?
Doel van deze les:
Je kent en herkent verschillende soorten vragen.
Je kunt vragen stellen met de 5 W's en de H.
Je kent het verschil tussen feiten en meningen.

Slide 25 - Slide

Doelen gehaald?

Slide 26 - Poll