Een leerling mag na periode A één toets herkansen, maar de leerling mag de toets ook opsparen naar periode B.
Na periode B mag de leerling 2 toetsen herkansen. Daarin mag de leerling zelf kiezen welke toetsen dit zijn uit periode A of B.
Na periode C mag de leerling weer 2 herkansingen doen. Hij mag kiezen uit alle toetsen van periode B en C. Dus niet meer uit A.
Na periode D mag de leerling weer 2 herkansingen doen. Hij mag kiezen uit alle toetsen van periode C en D. Let op, bij elke keuze blijft het maximaal in totaal 5 herkansingen.