This lesson contains 36 slides, with interactive quizzes and text slides.
Items in this lesson
Wie geht es euch heute?
sehr gut
gut
so - so - la - la
schlecht
Slide 1 - Poll
Was machen wir heute? (1. Stunde)
Hausaufgaben Kontrolle
Quiz Wörterliste D/F
Herhalen werkwoorden
Oefentoets
Slide 2 - Slide
Hausaufgaben S. 172: Wie ging es? (Hoe ging het? )
😒🙁😐🙂😃
Slide 3 - Poll
Lösungen kontrollieren
Stehen in TEAMS. 5 min. Zeit.
timer
1:00
Slide 4 - Slide
Fragen? Was war schwierig?
Slide 5 - Open question
Was war schwierig?
EIN/KEIN
getallen
werkwoorden
Slide 6 - Poll
Wörterliste D/F
Slide 7 - Slide
Wie sagt man auf Deutsch? proberen
Slide 8 - Open question
Wie sagt man auf Deutsch? uitleggen
Slide 9 - Open question
Wie sagt man auf Deutsch? proeven
Slide 10 - Open question
der, die, das oder die (mv)? Supermarkt
A
der
B
die
C
das
D
die (mv)
Slide 11 - Quiz
der, die, das oder die (mv)? Verkäuferin
A
der
B
die
C
das
D
die (mv)
Slide 12 - Quiz
der, die, das oder die (mv)? Kunde
A
der
B
die
C
das
D
die (mv)
Slide 13 - Quiz
der, die, das oder die (mv)? Zutaten
A
der
B
die
C
das
D
die (mv)
Slide 14 - Quiz
Wie sagt man auf Deutsch: de buren
A
die Nachbarn
B
die Burg
C
die Nachbarschaft
D
die Burgen
Slide 15 - Quiz
Wie sagt man auf Deutsch: pinnen
A
mit Pas zahlen
B
mit Karte bezahlen
C
mit PINN bezahlen
D
mit Karte zahlen
Slide 16 - Quiz
Wie sagt man auf Deutsch? het geld
A
das Geld
B
die Geld
C
das Gellt
D
der Geld
Slide 17 - Quiz
Essen: Welche Wörter wisst ihr noch?
Slide 18 - Mind map
Slide 19 - Slide
Slide 20 - Slide
Slide 21 - Slide
Slide 22 - Slide
Slide 23 - Slide
Slide 24 - Slide
Schmelzen (smelten) Ich ________ die Schokolade.
Slide 25 - Open question
HeiBen (heten) Wie ________ du?
Slide 26 - Open question
tanzen (dansen) Du ________ aber gut!
Slide 27 - Open question
Wie ging es?
Alles richtig
1 Fehler
ich muss noch üben
Slide 28 - Poll
LET OP:
in toets kunnen ook andere werkwoorden komen. Dus niet alleen de drie die in het rijtje staan.
Slide 29 - Slide
OEFENTOETS
Je vindt de oefentoets op TEAMS.
Let op: op de echte toets krijg je ook nog een leestekst met vragen over de tekst. En de echte toets is natuurlijk langer en heeft meer opgaven per onderdeel.
timer
15:00
Slide 30 - Slide
2. Stunde
Slide 31 - Slide
Oefentoets corrigeren
uitwisselen met buurman/buurvrouw
elkaars toets corrigerenAntwoorden staan op TEAMS
timer
7:00
Slide 32 - Slide
Wie ging es?
😒🙁😐🙂😃
Slide 33 - Poll
Opdrachten:
Aufgabe 39: Schreibecke. Noch einmal probieren
Aufgabe Schreibecke in Teams
Wie al klaar: Aufgabe 9, S. 87 (welke woorden moeten met hoofdletters?