This lesson contains 21 slides, with interactive quizzes and text slides.
Lesson duration is: 30 min
Items in this lesson
Chapter 4: In the city- adverbs
Slide 1 - Slide
Bijwoorden van frequentie / Adverbs of Frequency
Bijwoorden zijn: always, never, usually, often, sometimes, still, seldom. Deze bijwoorden geven aan hoe vaak iets gebeurt. Ze staan altijd vóór het werkwoord.
For example:
Sue alwayswears jeans.
My dog neverattacks me.
Slide 2 - Slide
Adverbs of frequency
Slide 3 - Slide
1. Always
2. Never
3. Often
4. Sometimes
5. Usually
Vaak
Gewoonlijk
Nooit
Altijd
Soms
Slide 4 - Drag question
Zelden
Af en toe
Vaak
Over het algemeen
Rarely
Occasionally
Frequently
Generally
Seldom
Slide 5 - Drag question
BIJWOORDEN van FREQUENTIE
always
usually
regulary
often
sometimes
seldom
never
vóór het werkwoord
talk / write / watch / sit / can / have / move / etc.