Paragraaf 5.10 lastig te benoemen woorden: die, dat, wie, wat,

Nederlands 
Havo 3
Cursus 5 grammatica woordbenoemen

Paragraaf 5.10 
Lastig te benoemen woorden: die, dat, wie, wat,
1 / 10
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolVoortgezet speciaal onderwijshavoLeerroute HLeerjaar 3

This lesson contains 10 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Nederlands 
Havo 3
Cursus 5 grammatica woordbenoemen

Paragraaf 5.10 
Lastig te benoemen woorden: die, dat, wie, wat,

Slide 1 - Slide

Lesopzet 
  1. Lesopening
  2. Lesdoelen
  3. Terugblik
  4. Instructie
  5.  Begeleid inoefenen
  6. Zelfstandig werken
  7. Evaluatie

Slide 2 - Slide

1. Lesopening
Je werkt vandaag online.

Start je laptop nog niet op, pas na de instructie.

Slide 3 - Slide

2. Lesdoel
Leerdoelen voor deze paragraaf
Je leert verschillende soorten tussenwerpsels herkennen en gebruiken in een zin.

Slide 4 - Slide

3. Terugblik
De vorige les ging over wederkerend en wederkerig voornaamwoord.

Slide 5 - Slide

4. Instructie
Kijk even mee naar de instructiefilm.

Slide 6 - Slide

5. Begeleid inoefenen
We maken samen opdracht 1.

Slide 7 - Slide

6. Zelfstandig werken
Maken opdracht 1 t/m 5 , 6B en 7B 

Slide 8 - Slide

Huiswerk
(online) Maken opdracht 1 t/m 5 , 6B en 7B 

Slide 9 - Slide

7. Evaluatie
Heb jij moeite met het correct gebruiken van deze woorden?
Waar zie / hoor je vaak het verkeerd gebruik van deze woorden.

Slide 10 - Slide