Donald Duck - Words Lesson 1,2,3

• Engels
• Praktijkonderwijs
• Leerjaar 2

Donald Duck 

Words Lesson 1 - 2- 3

Welcome!
Take of your jacket
Mobile phone in the red box
No gum allowed

Check in

- Who's in class today?

- How are you?

- Expectations

- What are we going to do?

Expectations

Je hebt een pen of potlood bij je, zodat je kunt schrijven.

Tijdens de les:

- luister je naar de instructie

- luister je als een ander de beurt heeft

- doe je actief mee

- let je op jezelf

- mag je altijd om hulp vragen als het even niet lukt

Purpose of the lesson

I practice:

* the words of lesson 1, 2 and 3 of Donald Duck. 

Words

We will practice with the words from lessons 1, 2 en 3.

Good luck!

A dime is an American ten-cent coin.
What is: a dime?

What is:
nephew

1. Oom
2. Tante
3. Nichtje
4. Neefje

A goose is a large bird.
What is: goose?

Put that hat on your head.
What is: hat?

1. Hoofd
2. Pet
3. Hoed
4. Muts

Gladstone
Gander

Daisy Duck

Gyro Gearloose

Scrooge McDuck

What is a:
textballon?

Everybody is safe. What a relief!
What is: relief?

1. Opluchting
2. Zekerheid
3. Geluk
4. Hoop

Stop playing that music or you will be in trouble!
What is: be in trouble?

1. De oplossing vinden
2. In de problemen zitten
3. De eerste zijn
4. Boos worden

Find a photo of:
Huey

Wandelstok

Sharpen

Dress up as

Cane

Invent

Uitvinden

zich verkleden als

Slijpen

What is:
Shocked

What is:
magical?

Vertaal de zin:
There was no conductor on the train.

Wat is:
compartment

Vertaal de zin:
Stop met huilen. Ik smeek het je.

Wat is:
in disguise

Wat zeggen de neefjes?
(in het Engels)