KM2B

• Wiskunde
• Middelbare school
• vmbo k
• Leerjaar 2

Wiskunde

Leg je boek, etui en rekenmachine alvast op tafel.  En log vast in op deze Lesson-UP

Planning

1. Herhaling alle leerdoelen

2. Oefenproefwerk maken

3. Herhaling hoofdstuk 3

4. Oefentoets Lesson-up

Hoe bereken je de vergrotingsfactor?

Vergrotingsfactor =

1. lengte origineel : lengte beeld
2. lengte beeld : lengte origineel

Wat is de vergrotingsfactor ?

1. 2
2. 0,5

Wat is de vergrotingsfactor?

1. 9,6 mm
2. 7,2 mm
3. 0,4
4. 9 mm

Wat is de vergrotingsfactor?

1. 0,7
2. 1,5
3. 4,4
4. 13,5

Wat is de vergrotingsfactor?

1. 1, 9 : 2,8 = 0,68
2. 2,8 : 1,9 = 1,47

Wat is de vergrotingsfactor?

1. 50 : 30 = 1,67
2. 25: 27 = 0,93
3. 30 : 50 = 0,60
4. Dat kun je niet met zekerheid zeggen

De vergrotingsfactor van de hoogte is 2,2.
Wat zou de vergrotingsfactor van de breedte zijn?

1. De vergrotingsfactor is kleiner
2. De vergrotingsfactor blijft 2,2
3. De vergrotingsfactor is groter

schaal: als de schaal 1: 50 is dan betekent dat.....

1. de foto is 50x zo klein als in het echt
2. dan moet je het aantal cm op foto delen door 50
3. als de foto 1 cm hoog is, is deze in het echt 50 m hoog
4. dan moet je bij alle cm op de foto 50 cm optellen

Het model is 11,5 cm.
Schaal 1:18.

Wat betekent de schaal?

1. 1 cm in het model is 18 cm in het echt
2. 1 cm in het echt is 18 cm in het model
3. 1 cm in het model is 11,5 cm in het echt
4. 18 cm in het model is 1 cm in het echt

Aan de slag

Hoofdstuk 6 oefenproefwerk

blz.  240+241

Herhaling hoofdstuk 3

blz. 116

Huiswerk

1. Hoofdstuk 6 oefenproefwerk

blz.  240+241

2. Lees goed de samenvattingen van hoofdstuk 3+6 door en maak evt. extra opdrachten.